Situatie voor gemeenten verandert na 2010

Nog geen financiële consequenties bij niet halen 30 procent-norm voor sociale woningbouw

LISSE– Op initiatief van fractievoorzitter Cees Verburg (D66) kwamen de commissies Maatschappij & Financiën en Ruimte & Infrastructuur in een speciale sessie bijeen om naar een presentatie te luisteren over de regionale woonvisie voor de periode 2010 - 2019. De politici werd in bedekte termen te verstaan gegeven dat het niet bereiken van de 30%-norm voor het bouwen van sociale woningen op termijn vergaande financiële gevolgen zal hebben.

In zijn presentatie gaf R. Huijgens, beleidsmedewerker wonen van Holland Rijnland, aan dat de Bollenstreek een goed functionerende woningmarkt heeft, maar dat tempo gemaakt moet worden met nieuwbouw zodat er voldoende woningen in de sociale sector bijkomen. Sociaal huren houdt een maximale maandhuur in van 615 euro (liberalisatiegrens) en voor koophuizen betekent dit dat de verkoopprijs niet hoger mag zijn dan 181.000 euro. Oktober wordt een beslissende maand, zo maakte Huijgens bekend: ‘Dan maken de deelnemende 12 gemeenten hun zienswijzen bekend en kunnen we elkaar erop aanspreken wie er bouwt, wat er gebouwd wordt en wanneer dit gaat gebeuren. Als iets niet lukt, vragen we wat hier de oorzaak ervan is en hoe en we elkaar kunnen helpen.’ Hij sluit af met een bedekte waarschuwing: ‘De overeenkomst is in principe bindend, tenzij toestemming wordt gegeven voor een afwijking.’

Ook de beleidsmedewerker van de provincie Zuid-Holland, Brecht, deed een duit in het zakje. Ze legde de politici voor: ‘De regio moet bereiken dat 30% van de nieuw te bouwen huizen bestaat uit sociale koopwoningen. We kijken hier niet naar individuele gemeenten, maar wat de 12 plaatsen gezamenlijk bereiken. Als de een wat minder bouwt, moeten de andere 11 wat extra koopwoningen verzorgen.’ Provinciemedewerker Victor Gijspers haakte hier op in en hield een snoepje voor: Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verlenen van 647 per gerealiseerde woning onder voorwaarde dat de 30% norm gehaald wordt. De regio Holland Rijnland gaat dit controleren en betaalt de gereserveerde 24 miljoen uiteindelijk uit aan de gemeenten.’

Onrust

Deze laatste woorden verontrustten de raadsleden toch enigszins. Dolf Kistemaker (PvdA) vroeg zich af of de gemeenten dwingende maatregelen konden verwachten om de 30% sociale woningbouw te realiseren. ‘Kan er besloten worden tot achterhouden van de subsidiebijdragen?’

Huijgens antwoordde hierop: ‘De afspraken zijn wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Het is nu een gentleman’s agreement waarbij we elkaar aanspreken op ieders productie. Er is nu geen sanctie en juridisch achten we niet mogelijk dat we al in 2010 kunnen zeggen: er is minder sociaal gebouwd, dus we verlenen minder subsidie. Tot 2010 kunnen we dus geen financiële consequenties verbinden aan het bereiken van 30% sociale woningbouw.’

Politici zijn goede verstaanders en alle aanwezigen in de raadszaal wisten precies waar Huijgens op doelde: na 2010 komen er wel financiële gevolgen voor de gemeenten die de 30% sociale bouwnorm niet realiseren.