Onderscheid voorzieningen op basis van ‘eerlijkheidsgevoel’

‘Ik constateer dat deze methode beter is’

LISSE – Het college van burgemeester en wethouders wil financieel volledig verantwoordelijk zijn voor ‘basisvoorzieningen’, deels bijdragen aan ‘wenselijke voorzieningen’ en afzien van geldelijke steun voor ‘niet-gesteunde voorzieningen’. Dit zei wethouder Bas Brekelmans (VVD) dinsdag 30 oktober.

Uit het vorige week verschenen rapport ‘Accommodatiebeleid’ blijkt dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende in Lisse aanwezige accommodaties voor welzijn, onderwijs, cultuur en sport. Het college van burgemeester en wethouders wil financieel volledig verantwoordelijk zijn voor ‘basisvoorzieningen’, deels bijdragen aan ‘wenselijke voorzieningen’ en afzien van geldelijke steun voor ‘niet gesteunde voorzieningen’. Dit maakte wethouder Bas Brekelmans (VVD) dinsdag 30 oktober bekend.

Hij legt uit: ‘Dit is een erg complexe materie en we willen de zaken structureel aanpakken. Duidelijk is wel dat er een einde komt aan het ad hoc beleid, want dat was mij een doorn in het oog. We hebben alle acommodaties in kaart gebracht en geoordeeld in welke mate zij gemeentelijke financiering behoeven.’

Faciliteren

‘Onder basisvoorzieningen verstaan we bijvoorbeeld scholen en één sporthal voor het hele dorp. Onder wenselijke voorzieningen kan gedacht worden aan kunstgras voor een voetbalveld of een boulodrome, waarbij de gemeente voor de financien gezamenlijk optrekt met particulieren. Wat de niet gesteunde voorzieningen betreft, is het fantastisch dat ze er zijn, maar we financieren het niet. Faciliteren kunnen we wel, maar subsidieren doen we dan niet meer. Dat kan dus tot consequentie hebben dat we bekijken of we bepaalde gebouwen wel in ons eigendom willen hebben.’

De gemeente gaat voortaan op basis van een toetsingskader, een soort checklist, vaststellen of en hoeveel Lisse gaat bijdragen. Brekelmans: ‘We gaan dus niet standaard een bepaald percentage van de kosten betalen, maar lopen een lijstje af en bekijken zaken als: hoeveel jeugdleden zijn er, bestaat er extra ruimte voor contributieverhoging en meer van dat soort zaken. We willen af van het ad hoc beleid.’

Bekritiseert Brekelmans hiermee zijn voorganger? ‘Dit is een opmerking richting de hele politiek, want soms komt men op een vrij mysterieuze manier tot besluiten. Ik appeleer aan het eerlijkheidsgevoel, stel geen verwijten, maar constateer dat deze methode beter is.’ Zijn collega Adri de Roon (D66) zat naast Brekelmans en vulde aan: ‘Ik was die voorganger en heb het accommodatiebeleid ook weer geerft van mijn voorgangers. Ik heb de eerste aanzet gedaan om te komen tot nieuwe kaders voor het accommodatiebeleid.’