Geheimen ontsluierd voor beklimmen van Alpe d’Huez

VOORHOUT – Het rijden van de Tour de France is niet besteed aan watjes. Maar relatief onervaren fietsers kunnen wel een van de meest aansprekende etappeonderdelen zelf ervaren: de Alpe d’Huez. André van der Reep van Profile Warmerdam geeft handige tips waar je aan moet denken om de top te kunnen bereiken.

Door Joep Derksen

Helemaal niet onbelangrijk is natuurlijk de eigen fysieke conditie. Om in de zomervakantie de Alpe d’Huez te kunnen beklimmen, moet in de winter al begonnen worden met het trainen op een mountainbike of in de sportschool. Minimaal 4.000 kilometer dient gefietst te worden en dan nog het liefst op heuvelachtig terrein, zoals in de Ardennen.

Van der Reep: “Het beste kun je voor de Alpe d’Huez een racefiets gebruiken en je moet je remmen en verzet goed laten controleren. Wat dat verzet betreft: kies voor een Triple: dan heb je een mountainbike-verzet op je racefiets: drie bladen met in totaal 30 versnellingen.” Het gebruik van een elektrische fiets heeft geen zin bij zo’n beklimming, weet de expert: “Dat motortje redt het zeker niet.”

Het geheim van een goede fietsbeklimming is niet de kracht die je kunt zetten, maar de souplesse die gebruikt wordt: met een licht versnelling houd je het veel langer vol dan wanneer je aan het stoempen bent op een zwaarder verzet. “Je moet altijd blijven draaien en als je de top bereikt maakt het niet uit of je het in een recordtijd van 37 minuten hebt gedaan (door Lance Armstrong), of dat je er bijna twee uur over doet.”

Maakt het nog uit welk merk fiets je gebruikt? “Absoluut niet, alleen kun je wel overwegen of je een lichtere of een zwaardere fiets neemt. Wat het frame betreft, is het goed om dit voordat je aan het trainen begint, aan je lichaam op te meten en aan te passen. Als je dat namelijk niet doet, houdt je het niet lang vol. Wij hebben hiervoor een computergestuurd programma, waarbij we kijken naar lengtes en hoogtes voor een maximaal rendement.”

Kernwoorden voor een succesvolle beklimming zijn dus: een goede fiets, voldoende training, goed eten en drinken en een sterk mentaal gestel. Van der Reep: “Maar maak ook gebruik van een hoogtemeter, hartslagmeter en een trapfrequentiemeter. Op het vlakke terrein is de ideale snelheid zo’n 100 pedaalomwentelingen per minuut en bergop dient dat circa 80 omwentelingen te zijn. Hiermee bereik je de meest optimale verhouding tussen kracht en prestatie.”

Van der Reep heeft nog een tip: “Ga in april een weekje op Mallorca fietsen: daar kun je meedoen aan dagtrips van zo’n 100 kilometer, die de ene dag over vlak terrein en de andere dag door de heuvels gaan. Onder het zonnetje groeit je vorm aanzienlijk en als je de conditie daarna bijhoudt, dan kan iedereen de Alpe d’Huez beklimmen.”