‘Sloop Van Speykflats in 2013’

LISSE – Met het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst over het project Sportlaan is een eerste stap gezet naar de sloop van de Van Speykflats. Dinsdag 1 december zetten wethouder Bas Brekelmans (VVD) en Emile Linotte, manager vastgoedontwikkeling van woningstichting Stek hun handtekening onder de overeenkomst. ‘Tot de laatste dagen verliep het overleg zeer intensief.’

Zowel Linotte als Brekelmans was tevreden met het eindresultaat. De laatste informeert: ‘Het woninggebied in en bij de Sportlaan is al een groot deel van Stek en wij hebben (financiële) afspraken kunnen maken over de inbreng van gronden en gebouwen. Het eindresultaat is dat we een perfecte samenwerkingsovereenkomst hebben voor het gebied Sportlaan, waardoor we een groot aandeel sociale woningbouw realiseren.’

Linotte gaf meer informatie over de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst: ‘In feite zijn we al maanden aan het samenwerken naar deze overeenkomst toe. Stek ziet heel goede kansen in de samenwerking en er zijn nu goede mogelijkheden om verouderde wooncomplexen integraal aan te pakken. Voorheen gingen we ervan uit dat de bewoners in bijvoorbeeld de Van Speykflats nog zes tot tien jaar in hun huidige woonlocatie kunnen blijven wonen, maar als het project Sportlaan soepel verloopt, begint de sloop al in 2013.’

Niet alle woningen worden tegelijkertijd gesloopt, zo verzekert de Stek-vertegenwoordiger. Ook houdt Linotte nog een kleine slag om de arm of de flats überhaupt zullen verdwijnen. Toch stelt hij over de 151 sociale woningen in de Van Speykflats: ‘In het Sportlaangebied komen 120 sociale woningen terug, dus niet alle mensen kunnen naar dezelfde woonlocatie terugkeren. Deze personen en gezinnen komen in de locatie Uitermeer te wonen, waarbij ze naar een plek gaan met dezelfde wooncondities als ze nu zitten.’

Linotte is ervan overtuigd dat dit een goede oplossing is: ‘De nieuwe woningen zullen niet in een keer gigantisch duurder worden, maar dat gaat stapsgewijs in de loop van een aantal jaren. Hierdoor hoeven de bewoners geen huursprong te maken.’