Kinderen weggehouden bij pleegouders
ASSEN – Drie kinderen onder de tien jaar zijn een speelbal geworden in een strijd tussen de biologische ouders en de pleegouders. Tegen een gerechtelijke uitspraak in namen de biologische ouders de kinderen mee van hun school en hielden de kinderen bij zich. Bureau Jeugdzorg Drenthe heeft hieraan actief meegewerkt, zo blijkt uit gerechtelijke stukken.
Door Joep Derksen
Vanwege financiële problemen en een dreigende uithuiszetting bracht het echtpaar L. hun drie kinderen Mary (7), Paul (5) en Anna (5)* op 28 september onder bij de grootvader en grootmoeder en hun buurvrouw. Sinds die tijd werd de feitelijke opvoeding verzorgd door deze twee gezinnen. De minderjarigen zijn bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Assen van 24 december 2008 onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe (BJZ). Een verzochte machtiging tot uithuisplaatsing door BJZ werd afgewezen door de rechtbank.
Tussen de biologische ouders en de pleegouders zijn in de periode september 2007 tot begin 2009 meerdere confrontaties geweest. De biologische ouders besloten op 3 februari 2009 de drie kinderen van hun school op te halen en bij zich te houden. Dit ging dus lijnrecht in tegen de uitspraak van de rechtbank Assen. BJZ wordt door de ouders op de hoogte gesteld dat de kinderen niet meer bij de pleegouders zijn. Deze organisatie zorgt er echter niet voor dat de kinderen weer terugkeren. Sterker nog: zij gedogen de situatie en verlenen zelfs de helpende hand.
Schadelijk
De kinderrechter oordeelde op 11 maart dat de kinderen binnen 24 uur afgegeven dienen te worden bij de pleegouders. BJZ Drenthe maakt gebruik van een noodsprong en doet op 12 maart een verzoek tot spoedmachtiging uithuisplaatsing. Een vestigingsmanager laat ‘namens de directeur van Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe’ weten: “De moeder heeft tegen het beleid van BJZ in de kinderen zelfstandig uit school gehaald en mee terug genomen naar huis. Wij concluderen dat er geen acute dreiging is voor de kinderen in de thuissituatie van de ouders. We achten het wel schadelijk om de kinderen op dat moment opnieuw elders te plaatsen.” Iets verder in hetzelfde rapport staat geschreven: “Het is noodzakelijk de kinderen op een neutrale plaats onder te brengen, zolang de bodemprocedure rondom het blokkaderecht lopende is. Zo verblijven de kinderen op een veilige en stabiele plek totdat duidelijk is waar hun toekomstperspectief ligt.”
Dit spoedverzoek werd ingediend en kwam voor de kinderrechter in de arrondissementsrechtbank te Assen, zonder dat de pleegouders of hun gerechtelijk vertegenwoordiger aanwezig waren. De kinderrechter oordeelde ten gunste van Bureau Jeugdzorg Drenthe.
Vragen
Er blijven echter veel vragen over voor BJZ Drenthe, waaronder de volgende. In een plan van aanpak van BJZ Drenthe staat onder meer: “Concrete zorgen en signalen over de kinderen komen neer op verwaarlozing en mishandeling (slechte verzorging, het slaan en schoppen van de kinderen als ze niet luisteren). Daarnaast zouden de (biologische – JD) ouders de opvoeding niet aan kunnen. Het gedrag van de tweeling is grensoverschrijdend, ook seksueel gezien.” Hoe kan het dat BJZ Drenthe toch oordeelt dat er “geen acute dreiging” is?
Op 11 maart beval de Rechtbank Assen in kort geding dat de kinderen binnen 24 uur na betekening van het vonnis aan de pleegouders moeten worden afgegeven. Op 12 maart echter, heeft Bureau Jeugdzorg een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing ingediend bij de Rechtbank Assen. Hebben de pleegouders de mogelijkheid gekregen zich in deze zaak te verweren? Maakt BJZ gebruik van het feit dat een rechtbank vertrouwt op het deskundige oordeel van deze instelling? Zeker gezien het feit dat de pleegouders niet de mogelijkheid hebben gekregen zich in deze zaak te verweren.
Dilemma’s
Gezinsvoogdes van Bureau Jeugdzorg Drenthe is gevraagd om een reactie, maar zij liet voor commentaar verwijzen naar Cees Wierda, directeur/bestuurder van het Bureau Jeugdzorg Drenthe. Hij reageert: “Vanuit journalistiek oogpunt kan ik mij uw vragen goed voorstellen. Hoezeer we zelf ook over "veel" zaken, waar vaak ingewikkelde dilemma 's aan de orde zijn, graag zouden willen communiceren, is dat inhoudelijk niet mogelijk. Nog los van wettelijke beperkingen met betrekking tot de privacy van onze cliënten, is het ook de vraag of het belang van betrokken kinderen in een voorkomende casus wel is gediend bij publicatie. Wij zijn van opvatting dat dit in deze casus zeker niet aan de orde is.”
Toch wil Wierda in dit geval een uitzondering maken. Hij informeert: “BJZ Drenthe zal in het belang van kinderen altijd streven naar terugkeer bij de biologische ouders, tenzij de opvoedingsmogelijkheden onveranderd slecht blijven. In dat geval is het van belang dat pleeg- en in dit geval ook grootouders hieraan willen meewerken. Als dat niet het geval is kunnen kinderen in een loyaliteitsconflict verstrikt raken en wordt bijvoorbeeld gedurende een blokkadeprocedure de voorkeur gegeven aan een neutraal pleeggezin. Blokkaderecht houdt niet in dat pleegkinderen hierdoor te allen tijde in pleeggezinnen verblijven, maar dat als er een verschil van mening is omtrent verblijf dit eerst wordt getoetst.”
Over het punt van de in de rapporten vermeldde signalen van verwaarloosde en mishandelde kinderen laat Wierda weten: “In rapporten van BJZ Drenthe wordt onderscheid gemaakt tussen zorgen die er in het verleden waren en zorgen op dit moment.” De directeur/bestuurder besluit: “Door toedoen van zowel de grootouders als de ouders (beiden legden een claim op de kinderen) kwamen de kinderen in een loyaliteitsconflict terecht en ze leden hieronder. Plaatsing van de kinderen bij de grootouders was vanuit het belang van het kind gezien in dit verband geen optie, waardoor een neutrale pleeggezinplaatsing gedurende de procedure was geïndiceerd. Het spoedverzoek werd op een latere rechtszitting bekrachtigd waarbij de grootouders aanwezig waren. Zij hebben hierbij de mogelijkheid gehad zich te verweren.”
Op 12 maart heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe de rechtbank Assen verzocht om met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige kinderen. De kinderrechter verleende deze machtiging voor een termijn tot 12 juni. Momenteel verblijven de kinderen weer bij de ouders, zo blijkt uit een arrest van 13 oktober van het Gerechtshof in Leeuwarden.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home