“De ruimte is ons vijandig gezind”
DE ZILK – Veertig jaar lang naar de sterren en planeten kijken zonder dat het je vak is: dat is iets waar je echt lol in moet hebben. Het echtpaar Henny en IJsbrand van Straalen deelt deze passie met elkaar. Bijna iedere avond, of in ieder geval wanneer het weer het toelaat, turen zij naar boven en genieten van Jupiter, Venus, Mars en, heel af en toe, Pluto. Ze doen dit niet om nieuwe planeten te ontdekken of de geschiedenis in te gaan als de mensen die de basis hebben gelegd voor een nieuwe theorie voor het ontstaan van het heelal. Het gaat hen puur om het kijkplezier: “Elke nacht is anders.”
Door Joep Derksen
Van jongs af waren IJsbrand en Henny al aangetrokken tot de ruimte. Zij laat weten: “Als kind vond ik de maan al heel mooi. Ze vertelden me dat er een mannetje op de maan woonde en dat heb ik jarenlang geloofd. Tot aan 1963; het jaar dat men het plan opvatte om werkelijk naar de maan te gaan. Maar vanaf dat moment werd de maan voor mij nog interessanter.” Hij informeert: “Toen ik 13 jaar werd, kreeg ik een kijkertje voor mijn verjaardag; vanaf dat moment is het virus nooit meer weggegaan en noemde ik mezelf amateur-astronoom. Op m’n 18de werd ik heel fanatiek en ging ik ’s nachts waarnemen. Twee keer per jaar ging ik een week naar Frankrijk toe om daar de donkere nachten op te zoeken; op die plekken zie je veel meer sterren dan hier in Nederland, want daar is geen lichtvervuiling. Later ben ik begonnen om mijn eigen kijkers te bouwen, inclusief het slijpen van de glazen.”
IJsbrand vervolgt: “We hebben niet de passie om iets nieuws te ontdekken, maar het mooie aan het kijken naar de planeten en sterren is, dat iedere nacht weer anders is. Niet alleen de sterren staan anders, maar ook de natuur om je heen verschilt. De ene nacht waait het, dan is het weer windstil. De natuurlijke geluiden om je heen verschillen, het is winter of zomer. Het totale plaatje maakt het sterrenkijken iedere keer weer tot een onvergetelijke ervaring. Deze passie heeft absoluut geen diepere betekenis. Ikzelf kan bijvoorbeeld uren naar de maan kijken. Als je de maan vaker waarneemt, kun je de veranderingen zien. Door de zonnestand zijn de volgende dag veel andere dingen te bewonderen. Wij maken gebruik van de ‘natte fotografie’ en geen digitale foto’s; daar kun je de prachtigste plaatjes mee krijgen.”
Henny: “Begin jaren ’80 reed ik veel langs de Volkssterrenwacht Copernicus en ik ben daar de cursus Sterrenkunde gaan volgen. Later werd ik secretaris van diezelfde Volkssterrenwacht en IJsbrand was voorzitter van de Nationale Werkgroep Astrofotografie; zo hebben we elkaar leren kennen.” Wat het sterrenkijken betreft, is het echtpaar van de oude stempel: “De meeste sterrenkundigen besturen de telescoop met een laptop vanuit de eigen huiskamer, maar zo raak je het contact met de natuur kwijt. Sterrenkijken houdt veel meer in dan alleen door een telescoop kijken: het gaat om het bouwen van zo’n kijker, de fotografie en de onderlinge contacten. Je leert veel mensen kennen die dezelfde passie hebben, niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland. Tevens zie je de prachtigste dingen, zoals op 31 december 2000, toen we in Frankrijk met oud- en nieuw vallende sterren als vuurwerk mochten bekijken. Ook zagen we in dat land eens het Noorderlicht. Negen jaar geleden kwamen we in contact met de DOT (Dutch Open Telescope), waarbij we voor het eerst de zon waarnamen. Nu zijn we voor een zonnekijker aan het sparen.”
Eens in de zoveel tijd staan de planeten Venus, Jupiter, Saturnus, Mars en Mercurius op één baan; “Dan begint de halve wereld te gillen dat de aarde vergaat. Wij genieten echter van het moment. Een keer hebben we in dezelfde nacht zelfs alle negen planeten kunnen zien. Speciale ervaringen waren ook Mercurius en Venus die voor de zon kwamen, kometen die voorbijrazen en de maan die zich voor Saturnus bewoog”, aldus Henny. “Ik heb ook planetariums gemaakt en ben daarmee begonnen om voor mezelf erachter te komen hoe het heelal in elkaar steekt. Ik gebruikte een muziekstandaard als basis en heb gekleurde balletjes op ijzerdraad gestoken. Dat waren de planeten. Ook heb ik van stukjes lava van een vulkaan enkele planetoïden gemaakt.”
Een van de grootste zorgen is voor hen niet dat Pluto enkele jaren geleden werd uitgeroepen tot dwergplaneet, al vinden zij zelf dat Pluto nog altijd als planeet bestempeld moet worden. “Onze Sterrenwacht Foucault stond eerst in ’s-Gravezande, maar daar hadden we door de kassen enorme last van de lichtvervuiling. We zijn vijf jaar geleden naar De Zilk verhuisd om geen last van overmatig licht te hebben. Het is hier een stuk beter, al staan hier veel te veel lantaarnpalen onnodig ’s nachts te schijnen.”
Ufo’s
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home