Geschorste homoseksuele leraar strijdt tegen onrecht
Nadat de docent aan zijn gezin vertelde dat hij ging samenwonen met zijn vriend, aarzelde hij geen seconde over de vraag wie er nog meer van deze nieuwe ontwikkeling in zijn leven op de hoogte moest worden gesteld. “Ik heb geen reden meer om me te verstoppen. Mijn hele leven ben ik al actief binnen de gereformeerde vrijgemaakte kerk”, laat Renkema weten. “Ik weet dat homoseksualiteit een gevoelig onderwerp is en dat de mensen die vinden dat een homoseksuele relatie niet mag, nog in de meerderheid zijn. Ik had wel gedacht dat mijn mededeling stof zou doen opwaaien, maar heb er nooit bij stil gestaan dat ik mijn baan zou kunnen verliezen. Wel ging ik ervan uit dat ik met het schoolbestuur een aantal pittige gesprekken zou voeren over hoe ik mijn identiteit zou vormgeven.”
Daar was echter geen sprake van. Tijdens een tweeënhalf uur durend onderhoud met het schoolbestuur werd Renkema ontegenzeglijk duidelijk gemaakt dat hij moest vertrekken. Het liefst met een kleine oprotpremie en dat ik er geen ruchtbaarheid aan zou geven. Het was een onmogelijk bod om te accepteren: “Ik zou nooit akkoord kunnen gaan met een spreekverbod. Ik kwam door de voordeur naar binnen en als het moet, ga ik via de voordeur naar buiten. Maar zeker niet via de achterdeur.” De besprekingen over een eventuele afvloeiingsregeling kwamen echter abrupt tot een einde nadat Renkema een brief van het schoolbestuur ontving waarin de oprechtheid van zijn zorg voor zijn vrouw en kinderen in twijfel werd getrokken. Renkema wordt emotioneel als hij hieraan terugdenkt. Hij slikt iets weg en zegt: “Vanaf dat moment werd het een principekwestie. Ik vond: dit kan niet en mag niet. Hier moet ik tegen vechten.”
Op het moment dat Renkema’s werkgever hem voor de tweede maal voor drie maanden schorste, stapte hij naar de rechter en eiste een weder ter werkstelling. Deze zaak dient in oktober. Donderdag 29 september is hij met zijn klacht eveneens naar de Commissie Gelijke Behandeling gegaan. “Boven alles wil ik dat ik mijn baan terug krijg. Dat klinkt een heleboel mensen gek in de oren, maar ik houd van die school. Ik voelde me ontzettend fijn en voelde me verbonden met ouders en leerlingen. Nog steeds krijg ik leuke brieven en mails van hun.” Hij denkt even na en vervolgt: “Er is een hoop stuk gemaakt en beschadigingen zijn aangebracht. Maar van uit mijn christelijke visie geloof ik daadwerkelijk in vergeving. Als je die instelling hebt, kun je weer nader tot elkaar komen, in gesprek gaan en kijken of dingen te repareren vallen. Ik wil het in ieder geval proberen, anders kijk ik straks in de spiegel en zeg ik dat het een gemiste kans is geweest.”
Renkema heeft er alle vertrouwen in, dat hij de rechtszaak gaat winnen. “Het ontslag is ingegeven door mijn homoseksualiteit, dat ik bij mijn gezin weg ben en dat ik nu ongetrouwd samenwoon. Maar dat zijn geen redenen voor ontslag. De school heeft zwart op wit gesteld dat mijn ontslag niet te wijten is aan mijn functioneren als leerkracht.”
Hoe voelt Renkema zich nu? Hij zwijgt even, neemt een slok water en informeert: “Aan de ene kant ben ik blij dat er een publieke discussie op gang is gekomen. Ook voel ik me een beetje trots dat ik een bepaalde rol heb gespeeld in het realiseren van een stukje emancipatie voor homoseksuelen op de Christelijke werkvloer. Maar vooral ben ik heel verdrietig dat het zo ver gekomen is.”
Vindt u dat de vrijheid op seksuele geaardheid uitstijgt boven het belang van godsdienstbeleving? “Het een stijgt niet boven de ander uit. Iedereen heeft de vrijheid om iets uit te dragen en om godsdienst te beleven zoals ze dat willen. Een school met een bijzondere denominatie heeft zich echter wel aan de Nederlandse wetgeving te houden. Je mag geen onderscheid maken op basis van seksuele geaardheid. De wet hierover is duidelijk. Je mag niet discrimineren op basis van seksuele geaardheid of burgerlijke staat. In diezelfde wet staat één regeltje over ‘de bijkomende omstandigheden’. De wet moet duidelijk maken wat die bijkomende omstandigheden zijn.”
Renkema heeft er alle vertrouwen in dat hij de rechtszaak gaat winnen, maar zijn er eigenlijk wel winnaars? “Absoluut. Uiteindelijk zijn de winnaars de honderden mannen en vrouwen die op dit moment nog in het bijzonder onderwijs zitten, met hun geaardheid worstelen en niet durven te zeggen dat ze homoseksueel zijn. Uit angst voor hun ontslag. En als ik terug kom op school, ontstaat er een dialoog tussen mij, de schoolleiding en ouders, waardoor je nader tot elkaar komt. Ook dan heb je een hele hoop winnaars. Maar als de school wint, hebben we een heleboel verliezers. Want dan hebben we een gemiste kans op een prachtige dialoog.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home