‘Marmeren straten om winkelend publiek te trekken’
Peter Meijer, kantoordirecteur Kamer van Koophandel Duin- en Bollenstreek gaf bij aanvang een presentatie over winkelaanbod en hoe de consumenten hun geld besteden; het zogeheten koopstromenonderzoek. In de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht is sinds 2004 maar liefst 1,2 miljoen m2 aan winkeloppervlak bijgekomen. Dat is 14 keer het winkeloppervlak in het centrum van Leiden. Het aantal winkels is in die tijd echter met 4% en in het laatste jaar alleen al met 15% gedaald, wat zorgt voor een leegstand van 870.000 m2. De grootste bedreiging van de traditionele winkels is het internet: binnen tien jaar wordt bijna 40% van de consumentenaankopen via het internet gedaan, zo is de verwachting. Ook gaan mensen minder vaak boodschappen doen, waarbij ze alle benodigde spullen in één keer aanschaffen. De problematieken overstijgen de individuele gemeenten. Meijer: ‘Vernieuwing en bereikbaarheid lonen. Het is heel belangrijk dat het bedrijfsleven samen met gemeente, regio, provincie het detailhandelsbeleid maakt.’
Vervolgens discussieerde een panel met Meijer, Jan Kippers (Projectleider winkelleegstand), citymanager Harry Duivenvoorden, Robin Peereboom (voorzitter KCL), Robert Van de Mark (eigenaar Blokhuis) en wethouder Bas Brekelmans (VVD) over mogelijke oplossingen. Duivenvoorden dacht dat hij een sublieme oplossing had. ‘Verbeter het kwalitatief winkelen. Maak marmer van de straattegels, plaats er een dak met veel licht overheen en zorg dat we een verschil maken met de dorpen eromheen.’ Hij werd nog net niet weggelachen. Van de Mark wees de citymanager er fijntjes op dat de overkapping ‘een unheimisch gevoel geeft; dat is niet wat de klant wil. Als je met een jas aan binnenkomt, krijg je onder een overkapping het gevoel dat je de jas uit wilt doen. Bovendien; wie gaat die marmeren straattegels betalen?’ Het salaris van 20.000 euro voor de citymanager zal daar in ieder geval niet toereikend voor zijn.
Kippers deed ook een poging: ‘Mensen zoeken naar een compleet winkelaanbod. We moeten kijken naar wat er mist en wat we erbij moeten zoeken. Nu zijn er relatief veel supermarkten, maar we moeten kijken naar winkels die niet-dagelijkse artikelen verkopen.’ Peereboom vulde aan: ‘We willen zoveel mogelijk acties ontplooien, zodat mensen het gevoel hebben dat het hier leeft. Met koopzondagen moet het continue blijven draaien. Daar vullen we geen winkels mee, maar we proberen het wel.’
Brekelmans vond: ‘We moeten Lisse met reclamemedia in de regio uitzetten. We kunnen met sfeer en beleving in het winkelcentrum ons onderscheiden op onze concurrenten; niet meer op prijs.’ Een toehoorder had zijn conclusie klaar, zo liet hij aan zijn buurman weten: ‘Je hebt middenstanders en misverstanders. En die laatsten snappen er weinig van.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home