Kattendoder zorgt voor onrust
‘Wij hebben zelf een kat, die in onze tuin zit’, zegt mevrouw Verrijt bezorgd. ‘Hij is oud en we hebben een vrij hoge schutting, dus hij kan niet weg. Maar we maken ons wel zorgen. Het is niet normaal dat iemand vergif neerlegt. Er lopen hier ook kinderen; die kunnen het eveneens oppakken.’ Ze is even stil en vervolgt: ‘Je zit toch te kijken wie het gedaan kan hebben.’ De heer en mevrouw Ligtenberg suggereren: ‘Je durft bijna niet meer met je hond door deze wijk te lopen. We zagen zondag twee dode katten; een zwarte en een rode; ze lagen allebei net achter een geparkeerde auto. Misschien houdt hier iemand meer van vogeltjes dan van katten. Het is wel erg, want die zwarte was nog helemaal gaaf.’
De heer Reijnders komt voorbij lopen en stelt desgevraagd: ‘Sommige kinderen hebben de dode katten gezien en moesten er van huilen. Dat die katten vergiftigd zijn, kan natuurlijk ook een ongeluk zijn. Er zijn hier overigens wel heel veel katten; minimaal acht in dit kleine straatje al.’ Mevrouw Mulder is het hier mee eens, maar laat ook weten: ‘Het is heel laf om vergif neer te leggen; zo is een paar jaar geleden ook een hond van een buurvrouw gestorven.’
Ze vervolgt: ‘Overigens heb ik wel last van die katten; ze poepen en plassen namelijk bij mij in de tuin. Ik heb al een paar honderd euro uitgegeven om dit tegen te gaan: cacaodoppen, grote keien, houtsnippers en werkazijn. Het is toch heel erg dat je kapitalen moet uitgeven voor katten van een ander?! Ze plassen en poepen tegen mijn muur; het wordt tijd dat kattenbelasting wordt ingevoerd.’
Ondertussen is Romay ten Voorde nog in rouw. Haar 11-jarige Moos is een van de vier slachtoffers. ‘Ze moeten degene die dat gedaan heeft opsluiten. Met ons gezin hebben we Moos in onze tuin begraven. Over een paar maanden kopen we een nieuwe kat. Tot die tijd adviseer ik mensen om hun poes binnen te houden.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home