Hoofdstraat gaat voor sfeer, kwaliteit en beleving

NOORDWIJK – Volop geklaagd wordt er door de Noordwijkers over de Hoofdstraat. De ene na de andere winkel lijkt te verdwijnen: Mecca, Fresco-Art Kunstuitleen, Silhouette, Kameleon, lingeriewinkel Sapp, de Dames van de Thee. Maar gaat het nou echt zo slecht, of is hier sprake van de economische basiswetten: ‘Wie zich niet goed onderscheidt met zijn producten, wordt vervangen door een andere ondernemer met nieuwe plannen’? Uw journalist doet navraag en komt tot verrassende reacties.

Toegegeven; de Hoofdstraat is niet meer zo afgeladen vol met winkelend publiek als vijf jaar geleden. Geteisterd door alle slechte economische berichten en geldverspillende politici die honderden miljarden in een bodemloze Griekse put blijven gooien, zijn veel consumenten beducht om het geld eens flink te laten rollen. Zelfs de ooit zo geprezen koopzondag is geen ‘unique selling point’ meer: ook in andere dorpen en steden wordt steeds vaker de zondag benut als moment om de eigen waren aan te prijzen.

Toch vinden veel winkeliers het wel meevallen, zoals Leonieke Fenstra, Fresco-eigenaresse. ‘Ik vind de Hoofdstraat alive and kicking. Sommige mensen hebben altijd wat te zeuren Natuurlijk moeten we scherp blijven en vernieuwen en ook de service is heel belangrijk. Voor een mooie Hoofdstraat, moet je wel wat doen.’

Dea Breddeis, winkelmanager van Sam & Diago is echter kritischer: ‘Als je het alleen van de Noordwijkers moet hebben, ga je naar de Filistijnen. In de winter is het heel zwaar, al hebben we wel baat bij bijvoorbeeld die musical van de Soldaat van Oranje en de weekenddeal die Hotels van Oranje biedt. De musicalbezoekers blijven hier een weekend en lopen dan door de Hoofdstraat om te winkelen. Maar topomzetten halen we niet meer. In Katwijk betaal je veel minder voor het parkeren en bovendien is het daar gemakkelijker om je auto kwijt te kunnen.’

Tom van Schie, secretaris van de NOV, Joost van der Hulst, de nieuwe voorzitter van de BIZ (Business Investering Zones) en Willy Fenstra, voorzitter van de NOV-afdeling Hoofdstraat Koopcentrum hebben een veel positievere kijk op de zaken. ‘We hebben nog altijd veel specialiteitenzaken en na een congres kun je lekker shoppen voor je vrouw of maîtresse. Iedereen doet zijn stinkende best. De mensen moeten niet sparen, maar het geld uitgeven; alleen zo wordt de economie beter.’

De drie zijn zeer tevreden over het feit dat er geen freeridende ondernemers meer zijn. Iedereen betaalt via een opslag op de WOZ belasting mee om de Hoofdstraat te verfraaien en veiliger te maken. De eerste resultaten zijn al zichtbaar. Tegenwoordig hangen bloembakken in de winkelstraat en ook schalt fijne muziek uit de luidsprekers. En met een nieuw parkeersysteem kunnen de bewoners niet meer de hele dag de parkeerplaatsen bezetten met hun auto’s. Natuurlijk blijven er uitdagingen. Fenstra: ‘Het is niet alleen de Hoofdstraat waar het wat minder is; het gaat in het algemeen slecht met het MKB. Maar hier hebben we de gouden combinatie van het strand, terras en het feit dat je op zondag kunt winkelen.’

Dat er wat winkels dicht gaan, is logisch, zo vinden de drie. ‘Er vallen klappen, maar wat er weg valt wordt ook weer snel opgevuld. De Hoofdstraat is duidelijk aantrekkelijk voor ondernemers.’ Enige uitzondering zijn wellicht de passages; de openvallende plekken daar worden moeilijker gevuld. Ook de Game plaza zal verdwijnen, maar op zich staan we er goed voor. In Noordwijk blijven de koopzondagen speciaal, dankzij de combinatie van wandelen op het strand en gezellig winkelen.’

Ook zijn er veel plannen om de Hoofdstraat nog meer te laten floreren. Fenstra: ‘Het Pietenhuis komt er weer aan en we zetten in op sfeer en muziek. Zo willen we meer straatartiesten inzetten in het lente- en zomerseizoen. We gaan regelmatig een muzikant inhuren om de Hoofdstraat gezellig en gezellig druk te maken.’ Dat wil niet zeggen dat er in deze winkelstraat iedere dag een evenement zal zijn. ‘We hoeven geen pretletterdorp te worden. We gaan voor kwaliteit, sfeer en beleving. Noordwijkers zouden trots op hun “Hoofdstraat” moeten zijn.’