Niet vrolijk van visie

JOEP DERKSEN

KAAG EN BRAASSEM – Van heinde en verre waren de inwoners naar de raadszaal gekomen om zich daar maandag 27 januari te laten informeren over de visie  ‘Ruimte en Mobiliteit’ van de Provincie Zuid-Holland. Erg vrolijk werden de toehoorders er niet van, want duidelijk werd wel dat de plannen van de provincie wel gunstig zijn voor de grote steden, maar een bedreiging kunnen vormen voor de kleinere gemeenten.

De doelstellingen van de provinciale visie zijn onder meer het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en het beter benutten van de zaken die er al zijn. Het bekende systeem van de rode contouren gaat op de schop en wordt vervangen door het ‘Bestaand Stads- en Dorpsgebied’ (BSD). Bij dit BSC krijgen de gemeenten een grote mate van vrijheid om binnen bestaand bebouwd gebied nieuwe huizen te bouwen. Maar het wordt heel moeilijk om daarbuiten nog huizen gerealiseerd te krijgen. Volgens de huidige voorstellen van de provincie heeft dit grote gevolgen voor de mogelijkheid om kernen als Hoogmade uit te breiden. Maar ook zou dan voor het ontwikkelingsgebied Braassemerland forse stappen achteruit gezet moeten worden. Met alle financiële gevolgen van dien.

Er is een mogelijkheid om toch nog buiten de bebouwde kom te bouwen, maar dan moeten de initiatiefnemers zorgen voor compensatie in de vorm van ‘investeringen in de kwaliteit van het landschap’ of door stortingen te doen in een nog op te richten ‘gemeentelijk kwaliteitsfonds’. Een ambtenaar waarschuwde alvast, dat zo’n compensatie-eis voor een project als Braassemerland tot gevolg heeft dat dit project ‘onhaalbaar wordt om financieel te verantwoorden’. Gemeenten moeten in de toekomst met elkaar overleggen en tot een akkoord komen voor uitbreidingsplannen van woningbouwlocaties, zodat daarna de provincie er een ‘akkoordstempel’ op kan drukken, zo is de provinciale gedachtegang.

Ook komen er beperkingen voor de detailhandel; gemeenten mogen de detailhandel alleen uitbreiden in de zogeheten ‘hoofdstructuur’, maar zoiets bestaat niet in Kaag en Braassem; alleen in de grotere steden. Op de bedrijventerreinen mogen alleen ondernemingen komen die zich bezig houden met de verkoop van zaken als auto’s, boten en caravans, maar ook bouwmarkten en tuincentra mogen zich daar vestigen. Detailhandel wordt niet toegestaan, dus mogen mensen ook niet producten afhalen op het industrieterrein die via internet verkocht zijn. Wel mogen er van de provincie meer woningen op bedrijventereinen komen, zolang de overige bedrijven er geen last van hebben.’ De gemeente gaat voor 18 februari een zienswijze schrijven op de Visie Ruimte en Mobiliteit van de Provincie Zuid-Holland. Reacties van inwoners en bedrijven zijn hierbij welkom en kunnen meegenomen worden in de zienswijze.