JOEP DERKSEN
NOORDWIJK – Eigenlijk
heeft ons dorp de komst van burgemeester Jan Rijpstra te danken aan een
chagrijnige Zwitserse treinconducteur. Door diens houding ten opzichte van
Rijpstra, besefte de burgervader dat het leven in Zwitserland veel onaangename
kanten had. Ook werden zijn initiatieven om de topsport en gehandicaptensport
in dat land te verbeteren, steeds afgewezen. Rijpstra besefte, dat hij niet
wilde wegvegeteren met het uitzicht op de Zwitserse alpen, maar zich wilde
blijven inzetten voor de samenleving. Na enkele sollicitaties als burgemeester
mocht hij als eerste keuze in Noordwijk aan de slag.
Rijpstra
komt uit een bestuurdersfamilie. Zijn opa Johannes Rijpstra (1889 – 1944) was
ooit burgemeester van Zelhem en zijn oom Hedzer Rijpstra (1919 - 2011) was
burgemeester in Smilde, Terneuzen en Almelo én Commissaris der Koningin in
Friesland. Toch ging Rijpstra in zijn jonge jaren een heel andere kant op; hij
was sportief, voetbalde elke dag op straat en werd gymleraar.
Maar
later meldde hij zich aan bij de VVD en ging zich ook bezighouden met politieke
en bestuurlijke activiteiten. Rijpstra: ‘Van mijn moeder, die uit een
ondernemersgezin uit Gouda kwam, heb ik geleerd dat als je wat wilt, je er ook
op af moet stappen.’ Hoewel hij zijn opa nooit gekend heeft, weet Rijpstra door
verhalen van met name zijn oma veel over hem. ‘Ik zie elementen van mijn opa in
mezelf terug. Ook ik kan niet tegen onrechtvaardigheid; dan wil ik ingrijpen.
Ik zit hier niet voor mezelf, maar maak deel uit van de Noordwijkse gemeenschap.
Ik probeer knelpunten op te lossen met het team waarmee ik werk.’
Dat
wil niet zeggen, dat de rest van Noordwijk achterover kan leunen, zodat
burgemeester en wethouders alle problemen oplossen. Rijpstra: ‘iedereen kan op
zijn manier bijdragen aan het oplossen van vraagstukken. Als mensen gratis een
stuk van de taart krijgen, worden ze niet geprikkeld. We moeten mensen laten
meedenken, meepraten, meedoen en meebeslissen. Al zal de gemeenteraad als
hoogste orgaan het laatste woord hebben.’ Daarbij stelt Rijpstra: ‘Ik vind dat
een volksvertegenwoordiger geen belangenbehartiger, maar belangenafweger moet
zijn. Ik wil samen met de gemeenteraad de samenleving in, met de mensen praten
en kijken hoe effectief ons beleid is. Ook komt er een nieuwe werkwijze van de
gemeenteraad. Met deze ontwikkelingen wordt de raad weer als
volksvertegenwoordiger gezien.’
Waarom
solliciteerde Rijpstra voor het burgemeesterschap, terwijl hij tussen de
Zwitserse alpen de rest van zijn leven van zijn pensioen had kunnen genieten? ‘Zwitserland
is een mooie stap geweest, mijn vrouw heeft er een goed lopende praktijk voor
fysiotherapie opgezet en samen een revalidatie- en fitnessbedrijf opgebouwd.
Maar ik heb mijn draai daar nooit kunnen vinden. Zo zat ik een keer in de trein
en de conducteur beval me: “Ausweis bitte!” en toen ik het kaartje liet zien
stelde die man: “Umdrehen sag ich!” Ik ging daarna er op letten hoe
buitenlanders in Zwitserland behandeld worden. Het is daar eigen volk eerst en
ik wilde niet in zo’n samenleving wonen. Bovendien zat men niet op mij te
wachten en hierdoor werd de frustratie toch wel groot. Ik wilde wat doen.
Gelukkig kon ik in Nederland gastcolleges en lezingen geven en werd ik
voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding. Zo kwam ik
weer in de bestuurlijke wereld en pakte ik de draad van de politiek weer op. Ik
zat als een vis in het water in een wereld die wél bij me paste.’
Hij
besloot om voor het burgemeesterschap te solliciteren. ‘Je gaat niet overal
solliciteren, want je kiest voor een gemeente die bij je past. Maar inderdaad
was Noordwijk niet mijn eerste sollicitatie, ik werd ook een paar keer tweede.
En net als in de sport telt een tweede plek niet.’ Rijpstra geniet van de goede
sportfaciliteiten in dit dorp en de regio en hij gaat zich ervoor inzetten, dat
die faciliteiten ook meer gebruikt
worden door mensen met een beperking of achterstand. ‘Kinderen op het speciaal
onderwijs zijn nog veel te weinig lid van een sportclub’, zo noemt hij als
voorbeeld.
De komende zes jaren wil
Rijpstra een ‘grotere gemeenschapszin’ realiseren in Noordwijk. ‘Waarin we een
evenwicht gevonden hebben tussen de belangen van de investeerders, ondernemers
en inwoners. Ik snap goed dat investeers en ondernemers geld willen verdienen,
maar er is meer dan geld alleen. Ik wil dat we weer met elkaar gaan praten en
het zou goed zijn als tot de uitkomst van die gesprekken bekend is, de
gerechtelijke procedures bevroren worden. Ik hoop dat men mij de kans geeft om
hier een rol in te vervullen. Mijn doel is dat we een levendige badplaats op
hoog niveau zijn; daar horen geen windmolens in het zicht van de horizon of kil
beton bij, maar een bouwstijl die door de gemeenschap wordt gedragen. En als de
gemeente de discussie start over een vernieuwde boulevard nodig ik iedereen uit
met ideeën te komen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home