‘College heeft geen interesse in winkeliers’

JOEP DERKSEN

Alle fractievoorzitters van de oppositie hebben ook gereageerd op de standpunten van de Verontruste Ondernemers. Boris Kocken (D66) laat weten de opmerkingen van de winkeliersverenigingen ‘goed te kunnen plaatsen’. Kocken: ‘De collegepartijen geven in ieder geval geen blijk van interesse voor de winkeliers. Concreet komt weinig tot stand. Er is geld gereserveerd voor een ondernemersfonds, maar er is niet aan de ondernemers gevraagd hoe zij daar invulling aan willen geven. Ondanks herhaalde oproepen van de winkeliers meer kleinschalige evenementen op zondagen toe te staan, moet eerst de evaluatie van het evenementenbeleid dit najaar worden afgewacht. Het schiet niet op zo.’

Tim van Tongeren (PrO) was niet verrast door het persbericht: ‘Hoewel de winkelgebieden Lange Voort en Kempenaerstraat (als de regionale P.C. Hooftstraat) er vanuit onze regio qua toekomstperspectief uitstekend voorstaan (deskundigen zeggen dat Oegstgeest “goud in handen” heeft) moet dat perspectief wel kansen worden geboden.’ Van Tongeren licht toe: ‘Dat kan door initiatieven van de winkeliers serieus te nemen, door regeldruk te verminderen en indien nodig door bij verhuurders van winkelpanden aan te dringen op redelijke huurprijzen. PrO pleit al jaren voor een goed ondernemersklimaat. Niet voor niets kreeg de toenmalige PrO-wethouder Johanna Haanstra vanuit met name de ondernemers zoveel waardering. Iets waarvan bij dit VVD/LO/CDA-college, deze coalitie duidelijk geen sprake is. En PrO snapt dat goed!’

Eelke van den Ouweelen (Lokaal): ‘De open brief is een brandbrief als gevolg van een structureel slechte communicatie tussen verantwoordelijk wethouder en ondernemers. Er is bij hen grote onvrede over de uitvoering van het economisch beleid van het college richting ondernemers. Deze coalitie schept niet de randvoorwaarden die deze ondernemers nodig hebben om succesvol te opereren. De wethouder van economische zaken verschuilt zich achter het college, maar neemt niet haar eigen verantwoordelijkheid. Er mist een commerciële ondernemersachtergrond en het besef dat de middenstand zorgt voor een belangrijk deel van het woongenot in een dorp. Ook zijn afspraken binnen de coalitie over bijvoorbeeld de zondagsrust kennelijk belangrijker dan de positie van de Oegstgeester ondernemers.’

Hij besluit: ‘Juist van een liberale wethouder van economische zaken zou je verwachten dat zij pal voor haar ondernemers gaat staan. In plaats daarvan worden ondernemers geschoffeerd. Dit college probeert ondernemers een ondernemersfonds door de strot te duwen waar ze niet op zitten te wachten, houdt winkelenquetes waar geen behoefte aan is en geeft mantelzorgers een Leidse pas. Waar blijft de Oegstgeester pas?