OEGSTGEEST – De
fractie van de politieke partij Lokaal maakt zich zorgen over een
vonnis van de Rechtbank. Bij een juridische strijd tussen de gemeente
en Hoornveste B.V. (dat jaren geleden nog Hoorn Beleggingen heette)
over het Heemland Terras is de gemeente flink op de vingers getikt
door de rechtbank.
De gemeente heeft 2,6
miljoen euro gevraagd voor de grondprijs van het Heemland Terras. De
verkoop van de woningen schoot de afgelopen jaren niet op. De
projectontwikkelaar weet dit aan de economische crisis, maar de
gemeente stelde dat de projectontwikkelaar te weinig deed om de
woningen daadwerkelijk te verkopen. De gemeente zou volgens de
afspraken namelijk al het geld tegemoet kunnen zien, zodra een
bepaald aantal woningen (70% van het totaal) verkocht zou zijn.
In een email van 6
december 2013 beschuldigt de gemeente het bouwbedrijf er van, dat ze
alleen maar 'de krenten uit de pap' nemen. Hierbij wordt bedoeld dat
Hoornveste wel de Renbaan Noord heeft ontwikkelt, maar niet de
moeilijker verkoopbare appartementen in 'Toren 1A'. Van de 50
appartementen in een te bouwen toren bleek er in 2012 en 2013 nog
maar één verkocht te zijn. Hoornveste stelde voor, om de plannen te
wijzigen en op het Heemland Terras 23 grondgebonden woningen te
bouwen. Hier ging de gemeente niet mee akkoord. Het college stelde,
dat de projectontwikkelaar nog voor 1 november 2014 de
appartemententoren verkocht moest hebben. Als dat niet gebeurde, zou
de gemeente de koopovereenkomst ontbinden. Maar nu blijkt, dat de
gemeente dat helemaal niet kon; volgens de overeenkomst had de
gemeente dat recht helemaal niet.
De rechtbank constateert
dat er geen uiterste termijn is vastgesteld, waarop de woningen
verkocht moeten zijn, zodat de gemeente de grond kan verkopen aan
Hoornveste. Fractievoorzitter Eelke van den Ouweelen (lokaal) stelt:
'Uit het vonnis komt een beeld naar voren – en zo wordt ook door
Hoornveste betoogd – dat de gemeente aanstuurt op een contractuele
patstelling waarbij de ontwikkelaar in gebreke wordt gesteld. Maar
helaas voor de gemeente blijkt vanuit het vonnis dat dit uitgangspunt
geen sterke uitgangspositie heeft.'
De fractievoorzitter
vraagt het college van burgemeester en wethouders: 'Hoe kan het dat
de door de gemeente Oegstgeest gemaakte afspraken kennelijk tekort
zijn geschoten en een gang naar de rechter wenselijk werd geacht? Wie
was de verantwoordelijk wethouder ten tijde van het afsluiten van de
koopovereenkomst? Wat zijn de gevolgen van dit vonnis voor voortgang
in de afwikkeling van de resterende projecten? Wat zijn de financiële
consequenties van dit vonnis, gelet op de vertraging en gelet op de
inhoud van het vonnis?' Ook wil Van den Ouweelen weten, of de
gemeente in beroep gaat. Het college heeft enkele weken de tijd om de
vragen te beantwoorden.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home