Column
De twee onderzoeken
naar de bijna-dood van een 12-jarig meisje door haar vader en
stiefmoeder zijn eindelijk openbaar gemaakt. En wat is het oordeel
over de verschillende instanties die geacht worden om de zwaksten in
de samenleving, onze kinderen, te beschermen? Ze hebben hopeloos
gefaald. En de gemeente is verantwoordelijk, maar alle handen worden
in onschuld gewassen.
In een column van mei dit
jaar schreef ik: 'Ik hoop toch zo, dat de conclusie van de
onderzoeken niet zal zijn: 'Iedere instantie en bestuursorgaan heeft
een beetje schuld en daarom kan niemand verantwoordelijk worden
geacht'. Maar ik vrees het ergste.' Die vrees is werkelijkheid
geworden, want Tanja
van Dijk, woordvoerder communicatie Jeugdbescherming West, deelde
doodleuk mee: 'Je kunt niet één specifieke organisatie aanwijzen
waar fouten zijn gemaakt.' Er wordt beterschap beloofd, 'protocollen'
moeten beter worden nageleefd en inderdaad vindt iedereen het echt
verschrikkelijk wat er allemaal gebeurd is met dat meisje.'
Het
onderzoek van Bureau Jeugdzorg toont aan, welke verschrikkelijke
belevingen de kinderen in het betreffende horrorhuis hebben moeten
meemaken. En dan met name de kinderen die niet de natuurlijke
kinderen van de stiefmoeder zijn. Maar iedere vergelijking met het
sprookje 'Assepoester' die haar stiefmoeder ontvlucht en de prins op
het witte paard ontmoet, loopt hier mank.
De
Inspectie oordeelt: 'De hulpverlening aan het gezin was
onvoldoende gericht op een veilige ontwikkeling van de twee kinderen.
De bij het gezin betrokken organisaties en professionals hebben
onvoldoende in gezamenlijkheid en afzonderlijk tijdig en volledig
informatie verzameld met het oog op de veiligheid van de kinderen.
Zorgelijke signalen zijn niet nader onderzocht en niet systematisch
in kaart gebracht, waardoor patronen niet herkend zijn. Mogelijke
signalen van kindermishandeling zijn te weinig gedeeld met andere
professionals en daardoor niet in samenhang beoordeeld. Daarnaast
hebben de betrokken organisaties en professionals over het algemeen
onvoldoende adequaat gereageerd op signalen van (mogelijk) onveilige
situaties voor de kinderen. Concrete afspraken over het beperken van
veiligheidsrisico’s werden niet gemaakt. Ook stelden professionals
niet vast of risico’s op onveiligheid waren verminderd.'
Je vraagt je af hoe deze
mensen het in hun hoofd halen om zich nog 'professionals' te noemen.
De Jeugdbescherming West (voorheen: Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland),
Cardea, Horizon, Curium en het Kernteam Kaag en Braassem zijn met het
gezin in contact gekomen voordat een dochter onderkoeld, mishandeld
en voor het leven psychologisch beschadigd met een hartstilstand
opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Het dieptragische is, dat
de contacten met het gezin al tien jaar hebben geduurd. Af en toe
werd er aan de bel getrokken door basisschool De Kiem, maar ook daar
werd de ernst van de situatie niet ingezien.
Kunt u het zich
voorstellen hoe het voelt om tien jaar lang vernederd, mishandeld,
bespuugd te worden? Om in weer en wind buiten in de kou te moeten
slapen, omdat je het laatste restje van je eten niet hebt opgegeten?
Om iedere schooldag met angst en beven van school weer naar huis
terug te moeten gaan, wetende dat je keihard aangepakt wordt? Hopend
dat het niet zal gebeuren, maar dat die hoop tevergeefs blijkt te
zijn. Ik kan het me niet voorstellen. Maar twee kinderen (en
waarschijnlijk veel meer) in Kaag en Braassem weten dat helaas maar
al te goed. Landelijk zijn er namelijk ieder jaar 120.000 kinderen
die geestelijk en fysiek worden mishandeld. Met 400 gemeenten in
Nederland zijn dat gemiddeld 300 kinderen per gemeente!
Joep Derksen
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home