Stopzetten koninginnedagactiviteiten ‘uit gevoel van nationale rouw’

LISSE – Het besluit van burgemeester Corrie Langelaar om de koninginnedagactiviteiten vervroegd stil te leggen, is in overeenstemming gebeurd met wethouder Jan Kippers (CDA) en Aad Tibboel, voorzitter van het Oranjecomité. ‘We hebben heel intensief contact met elkaar gehad: al tijdens de viering vanaf het middaguur.’

Langelaar vertelt: ‘Aan het begin van de middag was er maar heel summiere informatie beschikbaar. Toen ik thuis kwam rond half drie heb ik direct contact gehad met Toon Mans, collega-burgemeester in Hillegom,de politie en Hans van Wijk, korpschef van het IBB. Aan de hand van die gesprekken heb ik besloten om toch de activiteiten stop te gaan zetten.’

De burgemeester is hierbij volgordelijk te werk gegaan: ‘We hebben de vlag halfstok gehangen en overleg gepleegd met Tibboel. Afgesproken is dat het gebeuren feitelijk om zes uur afgelopen zou zijn. Dit besluit viel rond 16:00 uur: vervolgens ben ik met Tibboel door het dorp rondgegaan, waarbij we begonnen op het Raadhuisplein. We spraken af dat om 17:00 uur de muziek zacht zou gaan, er niet meer getapt zou worden vanaf 17:30 uur en dat vanaf 18:00 uur alles zou worden opgeruimd. Daar is iedereen in meegegaan. De mensen wisten eigenlijk nauwelijks dat er iets ergs was gebeurd. Doordat we de vlag half stok hingen en het kenbaar maakten, konden de festiviteiten op een rustige manier uitgaan.’

Was het noodzakelijk om de festiviteiten af te lasten? ‘Dat was aan de burgemeesters zelf. Uit gevoel van nationale rouw vond ik het belangrijk. Ook wethouder Kippers en Tibboel waren het ermee eens, toen ze de volle lading van het vreselijke gebeuren zagen. Er gebeurde iets verschrikkelijks met ons eigen koningshuis en met zoveel betrokken families: er werd aan honderden mensen leed veroorzaakt, maar ook aan de 2,4 miljoen mensen die voor de tv hebben zitten kijken. Mijn eigen moeder van 88 heeft in haar eentje met grote ontsteltenis zitten kijken. Dat zijn ook slachtoffers. Ik vind niet dat je dan door moet gaan met feesten. Ik heb geen weerstand ondervonden van dat besluit. Iedereen vond het volkomen terecht.’