Gek van vogels en muziek
Door Joep Derksen
Hoewel praktisch zijn hele familie in de visserij en visverwerking werkzaam was, had Van der Bent nooit de ambitie om met de visnetten te werken. “Mijn vader zat tot halverwege de jaren ’60 op zee en hij stopte toen ik zes jaar was. Toevallig kon ik goed leren en in die tijd was de opinie dat je dan niet naar de visserijschool zou moeten, maar een andere opleiding moest volgen. Nu is dat best vreemd, want als je op een boot zit, met alle apparatuur dan moet je over heel veel kennis beschikken om dat goed te kunnen laten verlopen.”
Als rasechte Kattukker behoort Van der Bent nog tot de generatie die plat Katwijks kan praten. “Ik was de derde uit een gezin met zeven kinderen en mijn moeder praatte alleen maar Katwijks. Het Katwijks is een heel gave en bewaard gebleven dialect en is zo uit het verleden gegroeid. Dit in tegenstelling tot het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN), wat in feite een kunstmatige taal is. In mijn jeugd spraken we allemaal plat Katwijks maar nu helemaal niet meer. Wanneer dit precies is veranderd, weet ik niet, maar het Katwijks is blijkbaar niet meer nodig.”
Dagtaak
Van der Bent’s werkzame leven begon pas na zijn 30ste: tot die tijd had hij een zorgeloze jeugd. “Ik was zeer traag met mijn carrière. Zo studeerde ik de Nederlandse Taal en Letterkunde, maar daar had ik wel wat sneller doorheen kunnen gaan. Ik deed er tien jaar over, terwijl er normaal zo’n vier tot vijf jaar voor staat. Verder stak ik veel tijd in de muziek: ik was gitarist van de in Katwijk wereldberoemde band ‘Les Zazous’, dat is Frans voor: ‘De Nozems’. Het was een dagtaak, we maakten verschillende singles en lp’s, maar financieel leverde het niets op. De band bestond van 1982 tot 2.000, maar ik had al een behoorlijk aantal jaren voor 2000 afscheid genomen. In oktober 2009 verscheen nog een verzamel-cd. Momenteel is deze band bezig met een aantal reünieconcerten waarbij we de beste nummers van die achttien jaar ten gehore brengen.” Sinds 2001 is Van der Bent gitarist in de Katwijkse band “Driftkickers”: samen met de andere bandleden speelt hij allerlei soorten muziek: “Van The Beatles tot Madonna tot de nieuwste hits.”
Na Van der Bent’s 30ste levensjaar kwam een omslag in zijn leven: het maakte een einde aan zijn leven als ‘eeuwige student’ en zette ook de muziek op een lager pitje. Stond hij op een dag voor de spiegel en zei hij tegen zichzelf: “Gijsbert, dit kan zo niet langer” of was er een andere reden voor deze ommekeer? “De eerste kleine kwam er aan en op dat moment begon ik in te zien dat ik een vaste baan moest hebben. Dat was begin jaren ’80 en een lastige tijd om aan werk te komen. Wanneer je solliciteerde, moest je concurreren met 400 andere gegadigden voor diezelfde functie. Ik heb op alle mogelijke banen die met taal en bibliotheken te maken hadden gesolliciteerd. Ik werd uiteindelijk redacteur voor het blad Visserijnieuws en dat werk doe ik nu al 19 jaar, met hetzelfde team. Het is zeer specialistisch werk; we maken een vakblad voor de beroepsvisserij, dat iedere week verschijnt. Daarnaast maken we jaarlijks tien specials. Zelf redigeer ik teksten, ik maak sfeerreportages en doe interviews.”
Lokroep
Van der Bent telt samen met anderen jaarlijks de broedvogels en trekvogels in de duinen en is al zeventien jaar voorzitter van de internationaal hoog aangeschreven Dutch Birding Association. Hij is ook een bekend vogelaar of, zoals het vroeger heette: amateur-ornitholoog. “Hoewel ik zelf vind dat de Engelse benaming “Birder” de lading beter dekt.” Zijn interesse voor de natuur en dan met name de vogels is ontstaan rond zijn 12de levensjaar: “We wonen vlak aan de kust en mijn oudere broer was een fanatiek hengelaar en hij ging ook in de duinen vissen. Ik ging dan met hem mee, zag de vogels en was juist bezig om die vogels fanatiek te bekijken. Het vogelen neemt een hoop tijd in beslag. Vroeger ging ik met een vriend ’s ochtends om 07:00 uur weg van huis om vogels te spotten en kwam pas ’s avonds om 19:00 uur weer thuis. Nu combineer ik het vogelen met het uitlaten van de hond: elke dag laat ik hem anderhalf uur uit en dan neem ik de verrekijker mee. Om meer kans te maken om wat te zien, doe ik veel vogels na: dat is in het veld handig om hen te lokken.” Van der Bent zet vervolgens de handen aan zijn mond en fluit op zijn vingers: de onmiskenbare klanken van respectievelijk een wulp en een turelaar zijn achtereenvolgens te horen.
In Nederland zijn duizenden vogelaars actief en zodra er een bijzonder exemplaar gespot wordt, informeren de liefhebbers elkaar via alle mogelijke communicatiemiddelen. Vervolgens reizen de vogelaars massaal af naar de bewuste locatie om het gevleugelde diertje met eigen ogen te kunnen zien. Ook Van der Bent trekt er met een verrekijker en telescoop op uit om waar ook in Nederland een zeldzame vogel te kunnen aanschouwen. “Een fotocamera neem ik niet mee; er zijn al zoveel fotografen. In een dorp als Katwijk bijvoorbeeld ken ik veel mensen die ontzettend goede foto’s van vogels kunnen maken: ik wil de vogel gewoon goed bekijken.”
Cycloon
Het was de afgelopen week een drukke week voor de vogelminnende amateur-ornithologen: eerst kwam het bericht dat er een zwarte ibis was aangetroffen in Noordwijkerhout. Enkele dagen later werd de uit Noord-Amerika afkomstige Baltimoretroepiaal (een spreeuwachtige vogel - JD) gespot. Vanuit het hele land trokken de vogelaars naar Noordwijkerhout en Alkmaar om de vogels met eigen ogen te zien. Ook Van der Bent was van de partij: “Die Baltimoretroepiaal was nog nooit in Nederland gezien en zo’n wilde vogel is waarschijnlijk in een cycloon terecht gekomen, heeft daarna uitgerust op een schip en een booreiland en belandt zo in Alkmaar, waar hij overleeft op de vetbollen. Natuurlijk zou een nieuw exemplaar ook bij iemand uit de kooi kunnen komen, maar daar letten we speciaal op. Bij deze vogel waren er geen tekenen, zoals een ring of een gekromde snavel, dat die uit een kooi ontsnapt was.”
Er wordt nog wel eens lacherig gedaan over het vogelen: zeker als er op televisie beelden te zien zijn van 150 (meest) mannen die van de ene plek naar de andere rennen om een vogeltje te kunnen zien. Wat vindt Van der Bent van deze opstelling? “We kunnen wel eens overdreven enthousiast zijn en dat komt soms wat mallotig over. Maar het vogelen ontstijgt de hobby; bij vogeltjes kijken komt veel meer bij kijken. Het zijn serieuze zaken; wij maken de mensen bewust van de mooie dingen en verspreiden die kennis. Als je namelijk niet weet wat je moet beschermen, valt er ook niets te beschermen.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home