“Ik ben niets meer dan een ander”
Door Joep Derksen
Een groot deel van Bal’s jeugd bracht hij door op het strand: “Ik heb een prachtjeugd gehad en er echt van genoten. Veel vrije tijd bracht ik binnen de reddingsbrigade door, waar ik als jongetje met mijn grote zus vaak naar toe ging. We waren elke avond met zo’n twintig mensen op het strand en gingen daar roeien, zwemmen of voetballen. Om 22:00 uur gingen we vervolgens weer naar huis. Dat oefenen en met elkaar bezig zijn heb ik als heel fijn ervaren.”
Na de ambachtsschool, volgde Bal in Leiden een opleiding om Stempelmaker te worden. Dat zinde hem totaal niet: “Daarna heb ik tien jaar lang in de bollen gewerkt bij de gebroeders Passchier. Uiteindelijk stompte mij dit af. In de zomermaanden was het heel druk, maar in de winter kon je alleen de bollen controleren. Met zijn tweeën ging je dan kassie kijken en je bent snel uitgepraat. Ik ging vervolgens bij de reservepolitie en werd als reserveagent opgeleid. Hierdoor zat ik veel op het strand waar ik controlewerkzaamheden uitvoerde. Samen met de beroepsagenten ging ik op pad en zo heb ik meer dan de normale burger ervaren hoe het werk van het politieapparaat in elkaar zit. Dat werk is niet altijd even prettig, want je moet je medeburgers op hun fouten wijzen. Soms komt er een bekeuring bij kijken en dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Tegenwoordig heeft de politie geen tijd meer om echt contact met de burger te onderhouden, maar dat is geen goede zaak.”
Koffers
In 1976 stapte Bal over naar een bedrijfsbeveiligingsbedrijf, waar hij het uiteindelijk tot een leidinggevende functie schopte. “Ik stapte hiermee een wereld binnen, waarbij ik altijd met mensen bezig was; van de hoogste tot de laagste rang. Ik kwam met allerlei zaken in aanraking, variërend van fraude met tickets tot diefstal van koffers. Daar heb ik ervaren dat alles gewoon mogelijk is. Eind jaren zeventig vloog ik als beveiliger mee, omdat er in die tijd veel vliegtuigkapingen plaatsvonden. Je checkte dan de catering voordat dit aan boord ging en we moesten zorgen dat de passagiers geen messen en dolken bij zich hadden.” Hij lacht: “Zo was er een keer een vrouwtje met vliegangst: die hebben we 2½ uur lang in de riemen gezet om haar in bedwang te houden. Ze kon ook niet niet vliegen, want ze moest met dat vliegtuig mee.” Hij kijkt met tevredenheid terug op zijn werkzame jaren: “Ik heb mijn kinderen kunnen meemaken en zien opgroeien en was dankzij mijn werk overdag vaak thuis. Daar draait het uiteindelijk om in het leven: de beleving van je gezin en het met elkaar samen zijn.”
Sinds 1991 was Bal voorzitter van de NRB en vrijdag 26 maart droeg hij deze functie over aan Enrico Hazenoot. Tijdens de ledenvergadering verraste burgemeester Harry Groen de oud-voorzitter met de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid. Tevens werd Bal benoemd tot Erevoorzitter. Bal blijft bescheiden: “Dat ik erevoorzitter ben, betekent geen afscheid voor mij. Ik blijf bij de NRB betrokken. Daar komt bij dat ik me nooit voorzitter heb gevoeld, want je houdt de vereniging met heel veel radertjes overeind. Ik ben niets meer dan iemand die 25 jaar elke dinsdag aan het zwembad staat: daar heb ik veel respect voor.” Over zijn tijd bij de NRB laat Bal weten: “Mijn eerste strandwachtdiploma heb ik behaald toen ik 17 jaar was. Dat is een diploma om verdrinkingsgevallen te voorkomen. Daarna heb ik ook andere diploma’s gekregen voor onder meer de boot, EHBO en patrouillelopen. Als lid van de NRB moet je heel veel oefenen en op een dag werd me duidelijk waarom dit ook echt noodzakelijk was. We kregen een melding van een man die in een mui lag en we gingen naar hem toe om hem eruit te halen. Toen we met hem bij het strand kwamen, stond er een heel circus klaar om die man te verzorgen, waaronder een arts en een ambulance. Al die mensen waren opgeroepen door de achterban en daar heeft het regelmatig oefenen dan ook nut voor.”
Toneelgroep
Ook geniet Bal nog altijd van het acteerwerk bij de toneelgroep van de reddingsbrigade. De acteurs voeren al vele jaren allerlei luchtige stukken op: “Die repetitieavonden met vijftien mensen heb ik altijd met meer beleving ervaren dan de uitvoeringen zelf. In de jaren ’80 wilde het toenmalige bestuur het toneel afschaffen en de leden mochten daarover stemmen. Bij zo’n ledenvergadering komen normaal 30 mensen opdagen en toen hebben we de mensen van de toneelvereniging en hun naaste omgeving opgetrommeld om mee te stemmen. Zo bleef de toneelvereniging behouden”, geniet hij nog altijd na.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home