Een nieuw tweede leven
SASSENHEIM / SUMVE – Op latere leeftijd de (tweede) liefde van je leven ontmoeten en samen met elkaar de Bollenstreek achterlaten om in Tanzania duizenden mensen een beter leven te geven. Dat is het levensverhaal van de afgelopen jaren van het echtpaar Dirk Vink en Tineke de Groot. De Sassenheimers werken in het Sumve Hospital (ziekenhuis – JD) in Tanzania en bouwen daar onder meer waterputten en een computercentrum. Tineke Vink helpt als fysiotherapeute dagelijks tientallen volwassen en kinderen. “We verbazen ons erover hoeveel blijdschap het geeft om hier te werken.”
Door Joep Derksen
Op de vraag wat een levensbepalend moment was, antwoordt Tineke: ‘Als eerste het overlijden van mijn eerste man in 1991: veel zekerheden die ik dacht te hebben bleken geen zekerheden te zijn! Op de tweede plaats: in een korte periode is een aantal van onze vrienden na soms een heel kort ziekbed overleden: het idee van uitstellen tot ik met de Vut ben, kan soms nooit doorgang vinden omdat je er misschien de gezondheid niet meer voor hebt. Je weet niet of er voor jou ‘een later’ is.” Dirk vult aan: “Voor mij is het belangrijkste moment toen ik op latere leeftijd een relatie met Tineke kreeg. Altijd heb ik de drive gehad om eens in een ontwikkelingsland iets te gaan doen, maar eerst kon het niet en later kwam er niet van. Op het moment dat Tineke en ik elkaar leerden kennen werkte een vriendin van haar in Tanzania en zijn we samen bij haar op bezoek geweest. De indrukken die we toen kregen hebben er toe geleid dat we de stap hebben kunnen zetten om zelf naar Sumve in Tanzania te gaan.”
Over hoe dit in z’n werk ging, laten de beide weten: “We waren vanwege die vriendin al in 1999 begonnen met projecten in Sumve Hospital. We zamelden geld in voor nieuwe verlosbedden in het ziekenhuis. In 2000 zijn we terug geweest om dit te overhandigen. De directeur die er toen zat vertelde ons toen dat die bedden er al waren. Daar was dus geen behoefte meer aan, maar het grootste probleem bleek de elektriciteit in het ziekenhuis te zijn. Die kwam van een kleine generator die meer kapot was dan werkte. We hebben daarna geld ingezameld om een grote nieuwe generator te kopen, te verschepen en te installeren. Vanaf 2001 hebben we in iedere vakantie gewerkt in Sumve Hospital om de hele elektrische installatie te vervangen. Soms gingen we er twee keer per jaar naar toe om te werken”, aldus Dirk.
Uitnodiging
Tineke: “We waren hier met de jaarwisseling van 2006/2007 en Dirk werd door de toenmalige Medical Officer in Charge (MOiC) in opdracht van de Aartsbisschop van Mwanza gevraagd of hij hier zou willen komen werken. Deze Aartsbisschop had gehoord wat we hier in de voorgaande jaren al gedaan hadden en via de MOiC werd dus het balletje opgegooid. Dirk en ik hadden allebei al (ver voordat we elkaar kenden) ideeën gehad om ‘ergens in een ontwikkelingsland iets te gaan doen’ maar er was nooit iets van gekomen. En nu kwam deze vraag op onze weg!” Het echtpaar reageerde met de opmerking dat ze erover na zouden denken, maar eigenlijk wisten ze ogenblikkelijk dat ze deze uitnodiging zouden aannemen.
Waar zijn jullie in Tanzania mee bezig? Dirk: “Vooral met het bouwen van projecten in en om Sumve Hospital. Daarnaast realiseer ik voor gulle gevers verschillende kleine projecten zoals waterputten. In de periode dat we er nu werken zijn verschillende projecten gerealiseerd in Sumve hospital, zoals een verblijfhuis voor hoogzwangere vrouwen, een computertrainingscentrum en een gasthuis voor het ziekenhuis.” Tineke: “Ik ben bezig op de afdeling fysiotherapie met ondermeer het weer mobiliseren van patiënten na een operatie. Maar ook gips ik klompvoetjes bij kleine kinderen en als het lukt hoeven de kinderen na een aantal keren gipsen geen operatie. Als er toch geopereerd moet worden, dan kan die operatie pas plaatsvinden als er een chirurg komt van de Amref of Flying Docters die deze operaties kan uitvoeren. Dat is gemiddeld één keer in het jaar. Er is geen ‘ echte’ fysiotherapeut in het ziekenhuis. Verder ben ik in de weer met verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapte kinderen voor het Liliane Fonds. We hebben nu ruim dertig kinderen onder onze hoede.”
Buiging
Ze haalt mooie herinneringen op: “Ik spreek ondertussen een heel klein beetje Sukuma en iedere ochtend loop ik langs de mannenafdeling naar de fysio: iedere ochtend begroet ik de mannen ‘wankaluka bababa’ (goede morgen heren). Uiteraard heb ik de klemtoon verkeerd en maak ik geen buiging voor hen. De begroeting vinden ze prachtig, maar dat ik geen buiging maak staat deze mannen eigenlijk niet aan. Tot mijn grote pret vertel ik ze dan dat mijn knieën die buiging niet kunnen maken, maar dat ik echt wel aan het oefenen ben.” Tineke vervolgt: “Op de mannenafdeling lag Leonardi, een 11-jarig jongetje met aids. De eerste weken was hij heel schuchter, maar dat veranderde gelukkig. Hij begon aan me te wennen en op een morgen stond hij me op te wachten om even ‘goede morgen’ te zeggen. Heel vertrouwelijk legde hij zijn arm op mijn schouder en mijn reactie was een arm om hem heen. Leonardi heeft medicijnen gekregen en mocht naar huis, maar moest wel iedere maand voor controle en nieuwe medicijnen terugkomen. Wanneer hij komt, slaan we allebei even een arm om elkaar heen.”
Dirk: “De blijdschap wanneer er weer iets gelukt is wat de mensen hier zelf nooit voor elkaar hadden gekregen, zijn de mooiste momenten. Bij de bouw van een waterput werd ik aangesproken door een 80-jaar oude man. Hij vertelde dat hij voor het eerst van zijn leven direct water kon drinken en zich mocht wassen met water waar niet eerst de honden en hyena’s zich in gewassen hadden. Ook de opening van Maternaty Waiting Home, een huis waar vrouwen die in verwachting zijn en verder dan een uur lopen van het ziekenhuis af wonen, kunnen wachten op de bevalling, was een groot feest.
Spijt
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home