Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 70 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

03 september 2010

Aad Wolvers is levensgenieter en bijenkoning

“De komende tien jaar krijgen we een domino-effect”

WARMOND – Aad Wolvers is zonder meer een, zoals het heet, vrije geest. Zijn hele leven heeft hij gedaan wat hij wilde en zijn eigen pad getrokken. Als timmerman heeft hij 36 jaar in de bouw gewerkt voor steeds weer een andere baas. “Zodra ze me bij m’n voornaam gingen noemen, was het tijd om op te stappen.” Al drie decennia houdt Wolvers bijen en in die dertig jaar heeft hij een ware expertise opgebouwd op dit vlak. Hij geniet ervan om de jongste generaties te wijzen op de deugden van de bij om zo de acceptatie van dit nuttige beestje te vergroten. Dit ondanks het feit dat hij al duizenden keren gestoken is. Tussen alle activiteiten door vindt hij ook tijd voor zijn andere passie: “Bonsaiboompjes martelen”, zoals Wolvers het zelf noemt.

Door Joep Derksen

Wolvers ontvangt de journalist in zijn houten huis die hij met zijn eigen handen van de grond heeft opgebouwd. Met recht is hij nog altijd trots op het eindresultaat: “In dit huis wordt geleefd! Normale huizen hangen, door de stoffen die in de bouwmaterialen zitten, van straling aan elkaar. In een houten huis leef je als het ware in de natuur.” Al tien jaar is hij niet meer werkzaam voor een baas en heeft hij geen vast inkomen. Een uitkering heeft hij nooit aangevraagd; daar heeft hij geen behoefte aan: “Ik leef al tien jaar zonder inkomen, want ik doe heel veel zelf en kan met heel weinig leven. Ook heb ik al die tijd dat ik in de bouw werkte gespaard. Met mijn heel grote groententuin daarnaast, kan ik me prima redden. Ik vind dan ook dat veel minder mensen naar de voedselbank hoeven te gaan: laat ze een groententuin huren, dan kun je je eigen eten verbouwen. Maar ja, je moet er natuurlijk wel wat voor doen.”

Op Wolvers’ visitekaartje staat “Levensgenieter & Bijenkoning”. Hij filosofeert: “Waar leg je de grens van je leven? Voor mij is het dat ik met heel weinig tevreden ben. Ik leef in de natuur en doe dingen in die natuur. Het is niet zo dat ik geen vlieg kwaad doe. Als het moet, slacht ik een konijn, maar ieder levend wezen moet je respecteren. Als je alles in evenwicht houdt, heb je geen last.” Zijn grote liefde voor de natuur kwam pas echt tot ontluiking toen hij in de jaren ’70 van de vorige eeuw begon met het imkerschap. “Zodra je met bijen gaat werken, krijgt de natuur voor jou heel veel openingen. Voor de buitenwereld ben je een vreemde eend in de bijt zodra je bijen houdt, maar dankzij die bijen en hun producten, de koninginnegelei en propolis ben ik nog geen dag ziek geweest. Ik neem iedere dag een beetje koninginnegelei en tot voor kort dagelijks een lepeltje propolis; een soort antibiotica. Sinds ik die koninginnegelei neem, groeit mijn haar en groeien mijn nagels veel meer. Ook mijn darmen doen het goed; ik heb geen last van verstoppingen.”

Zwerm

Dertig jaar geleden liep Wolvers ergens op het platteland en kwam hij een zwerm bijen tegen. Een paar weken later bezocht hij de bijenmarkt in Leiden, waarna hij besloot om enkele cursussen te volgen voor het houden van bijen. “Bijen zijn insecten die kunnen steken, dus je moet wel weten wat je met hen kunt doen. Tijdens de cursus ‘Beginnend bijenteelt’ krijg je met een collega een bijenvolk toegewezen en ging je iedere veertien dagen onder toezicht met de bijen aan het werk. Vervolgens kreeg ik mijn eigen zwermpje en heb me daarna verder gespecialiseerd.”

Hij toont zijn voorliefde voor het bruingele insect: “Met bijen werken geeft me een heel gerust gevoel. Als ik ze zie vliegen, begint het voorjaar weer. Als Schiphol net zoveel vluchtbewegingen zou hebben als een normaal bijenvolk heeft, hadden we nog vier extra landingsbanen nodig. Wanneer ik naar een bij kijk, bekijk ik eerst welk ras het is, zodat ik weet wat voor eigenschappen die heeft.

Graadmeter

Momenteel wordt de bijensector wereldwijd bedreigd. “Ons bijtje is het graadmetertje van de natuur. Alles draait namelijk om het insect. Als het met de insect niet goed gaat, gaat het met de natuur niet goed. De sloten in Noord-Holland, Zuid-Holland en de Flevopolder zijn zwaar vervuild door het bestrijdingsmiddel Imidacioprid. De bijen drinken uit de sloot en door dat spul raakt hun tomtommetje in de war en kunnen ze de weg naar hun kast niet meer terugvinden. Ook anderen insecten sterven vanwege de vervuiling, evenals kikkers en salamanders. Als er veel minder van die dieren zijn, krijgen de vogels en hun jongen ook minder te eten en zullen er minder vogels zijn. We krijgen de komende tien jaren een domino-effect.”

Wolvers vervolgt: “Ook hebben we last van de varaomijt; die is virusdragend geworden. Die virussen verzwakken de bijen en samen met de bestrijdingsmiddelen worden ze vatbaar en is er grote sterfte onder de bijenvolken. De kasten zijn dan leeg van bijen: wij noemen het de verdwijnziekte. Ik had eind 2009 maar liefst zestig bijenvolken, maar na de winter waren hier nog maar acht volken van over. Door het kweken van koninginnen heb ik nu weer zo’n 40 bijenvolken met een gemiddelde populatie van 20.000 bijen.”

In het bijenseizoen (maart tot september) geeft Wolvers meerdere keren per week instructie aan kinderen. “Ik wil bijenkennis doorgeven aan de jeugd en vertel hen bijvoorbeeld dat een bij twee magen heeft: een honingmaag en een verteringsmaag. Daartussen zit een ventiel. De kinderen komen te weten dat 70% van wat ze eten en drinken, te danken hebben aan de bijen. Zoals alle groenten, vruchten en zaden. Daarnaast moet een bijenvolk voldoende ruimte hebben. Als dat niet gebeurt, blijven ze nectar aanmaken en verzuipen ze letterlijk in hun eigen nectar. Alle producten in de bijenkas kunnen worden (her)gebruikt, zoals bijenwas, honing, propolis en stuifmeel. Mensen mogen niet inhalig zijn, maar voor bijen is het een levensbehoefte. Ik laat de kinderen zien hoe nuttig de bijen zijn. Wellicht gaan enkele van hen, zodra ze de top van hun maatschappelijke ladder gepasseerd zijn een hobby zoeken en denken ze terug aan de tijd dat ze bijen zo boeiend vonden.”