Eenmalige beklimming toren RK Jeroenskerk
In tegenstelling tot de Oude Jeroenstoren, is het voor bijna niemand mogelijk om de toren van de RK Jeroenskerk te beklimmen. Een groot deel van de route dient via houten laddertjes afgelegd te worden, met soms maar 40 centimeter ruimte tussen de ladder en de torenwand. ‘Ik heb een kettinkje met een kruisje eraan omgehangen; dan gaat het vandaag zeker goed’, zo liet een deelneemster weten voorafgaand aan de torenklim. Of het aan dat kruisje lag zal nooit duidelijk worden, maar iedere torenklimmer bracht het er deze dag ongeschonden van af.
Architect Pieter Onderwater leidde het groepje rond, waarbij de kerk als geheel bekeken werd. Hij liet onder meer weten: ‘Acht jaar geleden zou de toren op instorten staan. Het toenmalige college van burgemeester en wethouders vertelde me dat ik de toren mocht slopen. Ik vertelde dat ik dat waanzin vond. We hebben de toren vervolgens in de steigers gezet en dankzij een subsidie konden we binnen een jaar aan de gang gaan voor het herstel van de toren. Na deze restauratie kan de toren nog gemakkelijk honderd jaar mee.’
Het interieur van de kerk moet nog hersteld worden, zo informeerde Onderwater de bezoekers. Dan gaat het niet alleen om het pleisterwerk, maar ook om de kleuren op de glas-in-lood ramen; deze dienen opnieuw aangebracht te worden. De architect: ‘We hopen dit in 2011 aan te pakken; de subsidiegelden hiervoor zijn al aangevraagd.’
De bezoekers werden in twee groepen gesplitst. De ene helft bezocht de gewelven en kon daar, lopend over een smal houten bruggetje, genieten van de wijze waarop deze gewelven gerestaureerd waren. Vele trappen leidden de andere helft van de bezoekers naar het hoogtepunt van het bezoek en het hoogste punt van de kerk. Op de bovenste verdieping verwelkomden duizenden dode vliegen die over de gehele vloer verspreid lagen de bezoekers. Op een raamluik waren de namen te lezen die twee onderduikers in 1944 in het hout gekrast hadden: N. van Leeuwen en E. van Graas.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home