Van ruïne naar Ridderhofstede

 

LISSE – De Stichting Vrienden van ’t Huys Dever viert dit jaar haar 50-jarig bestaan: een geschikt moment om niet alleen terug te kijken, maar ook de plannen voor de toekomst bekend te maken. Voorzitter Ignus Maes (70) behoort tot de tweede generatie van vrijwilligers, die ’t Huys Dever hebben laten floreren.

Na het kort achter elkaar overlijden van Jan Beenakker en Han van Os werd Maes vorige maand benoemd tot voorzitter. Hij is al sinds 1963 betrokken bij de stichting en is een wandelend archief, waar het gaat om de historie van Dever. Zo vertelt hij dat het pand gebouwd is in 1375 en dat de eerste bewoner de ridder Reinier d’Ever was (vandaar de naam Dever). Honderden jaren bleef Dever in handen van dezelfde familie, waarna het uiteindelijk verkocht werd aan een Duitse familie. In 1949 werd Dever en de gronden eromheen door onteigening van de gemeente Lisse overgenomen van de Duitser Heereman van Zuydtwijck.

Tegen die tijd was Dever al een ruïne, want door ernstige verwaarlozing waren het dak en de gewelven al in 1862 ingestort. In 1963 namen enkele Lissers, onder aanvoering van leraar en historicus A. Hulkenberg het beheer over van de gemeente. Zij zorgden voor voldoende geld om ‘die holle kies in het bollenlandschap’ een dak te geven en volledig op te knappen. In de 25 jaar daarna zorgde de ‘tweede generatie’ ervoor, dat de buitenruimte gigantisch verbeterd werd. In 2003 verscheen de ophaalbrug vanaf de Deverlaan en vijf jaar later volgde de loopbrug vanaf de Voorhof. In april 2014 wordt deTuin der Zinnen in gebruik genomen. Met al deze verbeteringen kan de voormalige ruïne met recht weer een Ridderhofstede genoemd worden.

Maes heeft tevens meegewerkt aan de realisatie van het Dever Bulletin en drie boeken over Dever: ‘Rondom Dever’, ‘Dever belicht’ en ‘Dichterbij Dever’. Hij vertelt: ‘Het is een mooie en boeiende tijd voor Dever. We hebben zeven vaste vrijwilligers en denkenn na hoe we het stokje door kunnen geven aan de volgende generatie. De komende vijf jaar zetten we ons in om het onderhoud aan te pakken. Het metselwerk, de ramen en het stucwerk moet gerestaureerd worden. Ook het schelpenpad , wat bankjes en enkele lantaarnpalen moeten opgeknapt worden.’ Hij lacht: ‘In 2025 bestaat Dever 750 jaar; het is aan de volgende generatie om daar de activiteiten voor op te zetten.'