Gemeente strijdt met Hoogheemraadschap over kosten brug en sluis

KAAG EN BRAASSEM – Het college van burgemeester en wethouders stemt er mee in om een sluis in Roelofarendsveen en de Vroonlandsche Brug (het ophaalbruggetje) over de Leidse Vaart in Rijnsaterwoude over te nemen. Een verzoek van het Hoogheemraadschap van Rijnland om ook de pont Buurterpolder over te nemen wordt afgewezen.

Wethouder Ton van Velzen liet donderdag 17 oktober weten, dat de pont niet wordt overgenomen ‘omdat deze geen maatschappelijke functie heeft’. Het betreft een aansluiting tussen de openbare weg en private percelen en heeft alleen als doel om deze private percelen te ontsluiten. Dit is geen gemeentelijke taak, zo wordt geoordeeld. Van Velzen: ‘Ook de weg naar het pontje  toe is niet van de gemeente. Als je op een poldereilandje woont, moet je zelf voor transport zorgen. Het Hoogheemraadschap van Rijnland moet voor de overname van de pont maar bij de bewoners zijn.’

Het college heeft interesse in de overname van het ophaalbruggetje, maar dan wel onder voorwaarden.  ‘De brug moet piccobello in orde zijn en we willen een vergoeding van de kosten voor de brugwachter. Nu is er een oud vrouwtje dat het bruggetje bedient. Maar als er een brugwachter komt, moet die droog en beschut  zitten in een wachthuisje.’ De gemeente wil het sluisje in Roelofarendsveen overnemen vanwege de cultuurhistorische waarde en de ontsluiting van het recreatief vaarverkeer naar het Braassemermeer. Wel stelt de gemeente eisen waar het gaat om de overname van dit sluisje: ‘Dat moet ook in orde zijn en we willen een zakje geld voor het toekomstige onderhoud voor de komende 20 jaar.’

Het Hoogheemraadschap is niet blij met de eisen van de gemeenten, zo is te lezen in een brief van Dijkgraaf Doornbos. ‘We hebben een historie met de overdracht van een aantal bruggen. Hierbij zijn de bruggen overgedragen zonder het wegwerken van eventueel achterstallig onderhoud en zonder verdere tegemoetkoming in de kosten voor bediening, beheer en onderhoud. De eisen van de gemeente voor de overdracht van de brug bij Rijnsaterwoude zijn gezien de eisen van de Waterschapswet niet haalbaar.’

 

Hij vervolgt: ‘De Waterschapswet uit 1992 stelt dat het waterschap (alleen) de kosten draagt die zijn verbonden aan de behartiging van taken die het waterschap in het reglement zijn opgedragen. Het in stand houden van een wegverbinding door middel van de bediening, het beheer en het onderhoud van een brug zijn geen taken in het reglement van Rijnland.’ Als de gemeente en het Hoogheemraadschap niet tot overeenstemming kunnen komen, dan heeft Doornbos nog een troef achter de hand, zo stelt hij in zijn brief: ‘Een van de opties die voor ons overblijft is om de sluizen en brug te sluiten.’ Uit een ambtelijk rapport  blijkt zelfs, dat mondeling gesuggereerd is, dat de brug permanent opengezet wordt, zodat fietsers en voetgangers niet meer naar de andere kant van het water kunnen.