Kansen voor gemeentecentrum

JOEP DERKSEN

OEGSTGEEST – Hoop gloort nog voor het voortbestaan van het kerkelijk gemeentecentrum. Tijdens een besloten bijeenkomst spraken voor- en tegenstanders over het behoud van het gebouw door de Protestantse Gemeente Oegstgeest. En het lijkt er op, dat het centrum kan blijven bestaan. Maar dan moeten de inwoners van Oegstgeest niet alleen in woorden, maar ook in daden hun steun betuigen.

Diderik Selier van Stichting Evenementen, beseft dat er nog mogelijkheden zijn. ‘Pieter Hellinga heeft een presentatie gehouden. Bij de bijeenkomst waren zo’n honderd mensen en er zijn nog geen conclusies getrokken. De komende week voert de Kerkenraad intern overleg. Vooralsnog gaan we op 1 juli dicht, tenzij het plan van Hellinga positief ontvangen wordt. Ik heb heel veel steun gekregen van mensen die aangeven dat ze willen dat Stichting Evenementen blijft en hoop dat de politiek zich voor het behoud van het gemeentecentrum gaat inzetten.’

Cees de Visser is voorzitter van de Kerkenraad van de Protestantse Gemeente Oegstgeest. Hij bevestigt, dat er nog geen uitkomst is over de toekomst van het gemeentecentrum, maar licht toch een tipje van de sluier op. ‘We zullen voor 1 april hierover een beslissing nemen. Veel mensen zeggen dat er in Oegstgeest toch plaats moet zijn voor een dorpscentrum en daar is de kerk best gevoelig voor. Maar wel is duidelijk dat we als kerk alleen geen gemeentecentrum kunnen runnen. We willen best kijken of er mogelijkheden zijn om samen met de Oegstgeester samenleving een dorpscentrum in stand  te houden. Maar dan moeten andere partijen er ook aan bijdragen. De komende weken onderzoeken we of die signalen op groen staan en als dat zo is, gaan we deze mogelijkheid verder onderzoeken.’

De Visser licht toe: ‘Het gebouw kan blijven bestaan als dorpscentrum voor het hele dorp, wanneer iedereen zich er voor inzet. Er zijn duizend handtekening ingezameld. Dat zijn duizend mensen die pleiten voor het behoud van het gebouw. Kom dus maar op! We zouden het heel mooi vinden als er uit zou kunnen komen, dat het gebouw behouden kan blijven. Maar als puntje bij paaltje komt en niemand mee wil doen, dan wordt het een heel ander verhaal.’ Hij doelt hier onder meer op het gemeentebestuur van het dorp, maar ook op verenigingen en stichtingen die bereid zijn om het gebouw te gebruiken als ontmoetingspunt. En bereid zijn hiervoor huur te betalen. ‘Put your money where your mouth is’, stelt De Visser. ‘Geen woorden, maar daden en dat bedoel ik op een uitnodigende manier.’

De Visser laat verder weten dat het Kerkenraad bereid is om met een initiatiefgroep een actieplan te ontwikkelen. Maar een aantal zaken moet kritisch worden bekeken: als het dorpscentrum door vrijwilligers beheerd wordt, moet dat wel een langdurige oplossing zijn. Ook moet bekeken worden welke onderhoudskosten op  korte termijn absoluut gedaan moeten worden en of hier voldoende geld voor is. ‘Als we hier uitkomen, gaan we met een projectgroep een strijdplan ontwikkelen. Dan wordt nagedacht over welke fondsen en organisaties we gaan benaderen.’