Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

17 januari 2015

Column

Precedentwerking
´Ik wil het woord `precedentwerking´ dit jaar niet meer gebruiken´, zo stelde burgemeester Marina van der Veld vorige week. ´Precedentwerking´ houdt in, dat inwoners of ondernemers dezelfde rechten hebben. Als één inwoner in een straat bijvoorbeeld een dakkapel mag aanleggen, dan mogen de andere straatbewoners dat ook. Mits ze in een vergelijkbaar huis wonen. Maar die vlieger gaat volgens de burgemeester niet meer op: ´Iedere situatie is anders´.
Tot zover de theorie.
Vorige maand maakte het college van burgemeester en wethouders bekend, dat zij een deal hadden gesloten met Leyten. Het contract met deze projectontwikkelaar over het Dorpshart Leimuiden was ontbonden. Het project Dorpshart Leimuiden is natuurlijk het grootste fiasco van deze gemeente. Het college heeft jaren geleden haar vertrouwen gegeven aan een projectontwikkelaar om dat gebied te ontwikkelen. Na jaren niets doen, gaf Leyten de opdracht terug. De gemeente pikte dat in eerste instantie niet en stelde dat Leyten het gebied moest herontwikkelen. En de rechter stelde de gemeente in het gelijk. Als een duveltje uit een doosje kwam daar vervolgens opeens die deal boven water.
En dan is het natuurlijk van belang te weten, of het college de financiele belangen van haar inwoners goed heeft vertegenwoordigd. Heeft Leyten diep in haar zakken moeten voelen om een hoge boete te betalen? Immers, de duizenden ambtelijke uren en het de gewekte verwachtingen moeten wel fatsoenlijk vergoed worden.
Maar het college weigerde te zeggen, of Leyten een afkoopsom had betaald en hoeveel dat was. Ook na herhaaldelijk vragen bleef het college volharden in haar weigering. Er zat dus voor mij als politiek journalist niets anders op dan van een ingrijpend hulpmiddel gebruik te maken: het Wob-verzoek. Op basis van de Wet openbaarheid van bestuur vroeg ik inzage in de overeenkomst en dan met name waar het ging om de hoogte van de afkoopsom, die Leyten moest betalen. Tenminste, als Leyten een afkoopsom moest betalen.
De weinig verrassende uitkomst van het Wob-verzoek lag afgelopen zaterdag op mijn deurmat: afgewezen. De reden hiervoor is met één woord te omschrijven; ´precedentwerking´. Openbaarmaking van de gegevens zou volgens de gemeente schade kunnen brengen aan de gemeente bij eventuele toekomstige gevallen waarin onderhandeld wordt over de beeindiging van samenwerkingsovereenkomsten. Goed nieuws was er ook: de aanvrager mag in beroep tegen het besluit.
Joep Derksen