Column

Respect

Mijn hoed af voor u, waarde columnlezer. U hebt er voor gezorgd, dat de meest directe vorm van democratie een eclatant succes is geworden. In deze gemeente werden maar zes van de veertien stembureaus geopend, omdat de verwachting was dat de opkomst toch laag zou zijn. En hiermee werkte het gemeentebestuur, al dan niet bewust, mee aan het mogelijk voorkomen van een minimum opkomst van 30%. Maar u kwam zo massaal opdagen, dat het gemeentebestuur genoodzaakt was om een extra stembureau te openen.

Het gemeentebestuur ontkent hartgrondig dat met het openstellen van minder dan de helft van de stembureaus geprobeerd is om de opkomst zo laag mogelijk te houden. Wel riepen op woensdag 6 april prominente politici op om niet te gaan stemmen, of gaven bestuurders zelf aan dat ze hun stem niet zouden uitbrengen. Maar als politicus of bestuurder heb je een voorbeeldfunctie; 24 uur per dag. Zelf wil je ook gekozen worden door zoveel mogelijk mensen als je jezelf kandidaat stelt als gemeenteraadslid of voor Provinciale Staten.

Zoals Hans Demoed, fractievoorzitter CDA hoogheemraadschap Rijnland, die stelde: 'Vandaag wint bij mij de keuze voor de representatieve democratie en daarom stem ik niet.' Piet Hein Donner, ex-minister en huidig vice president van de Raad van State, liet weten: 'Het referendum bedreigt de democratie'. Nee, heren. Als het referendum al iets bedreigt, dan is dat de monopoliepositie van politieke partijen en hun bestuurders die in achterkamertjes bepalen wat goed voor hen is.

En dan zijn er de mensen, die het succes van het behalen van de 30% opkomstvoorwaarde naar beneden willen halen. Zoals wethouder Floris Schoonderwoerd (PRO), die via Twitter stelde: 'Zowel 'ja' als 'nee' kamp rommelen creatief met uitleg! De enige juiste duiding: 64% van 30% stemt tegen. De rest interesseert het geen klap.' De directe vorm van democratie is echter de ultieme vorm van democratie. Het zijn juist de 32,2% van de mensen die zijn opgestaan en de moeite hebben genomen om hun oordeel te geven, die te prijzen zijn. Omdat zij zich wél bewust waren van het belang en de noodzaak om aan dit referendum mee te doen. Een referendum dat een hogere opkomst had, dan bijvoorbeeld bij de Europese verkiezingen van 1999 het geval was (29,9%).

Wethouder Yvonne Peters (VVD) stemde wel (voor), evenals fractievoorzitter Roel Terraneo (D66) (voor). En of je nu voor of tegen stemt, wanneer je ook maar enigszins bestuurder of politicus bent, heb je de plicht om te gaan stemmen. Voor dit en ieder hier opvolgend referendum. De Nederlandse samenleving is er namelijk niet voor de bestuurders en politici, maar zij behoren zich ten dienste te stellen van de samenleving. Ze maken onderdeel uit van die samenleving en staan hier niet boven. Het volk heeft gesproken, de machthebbers likken hun wonden. En nu maar hopen, dat er niet net zo'n politiek spelletje gespeeld gaat worden als in 2005, nadat Nederland massaal tegen de Europese grondwet stemde. En die grondwet alsnog goedgekeurd werd via een achteringangetje.

Joep Derksen