Burgemeester Emile Jaensch kijkt
terug op de eerste honderd dagen
JOEP DERKSEN
OEGSTGEEST – Wanneer de nieuwe
Amerikaanse president is geïnaugureerd, heeft hij honderd dagen de
tijd om nog wat beginnersfoutjes te maken. Maar vanaf dan gaat het
werk écht beginnen. Ook voor burgemeester Emile Jaensch zitten de
honderd dagen er nu op. Dus is het tijd om terug te blikken op de
afgelopen periode en vooruit te kijken naar de toekomst.
Het is niet toevallig dat Jaensch
burgemeester van Oegstgeest is geworden; dezelfde positie in een
dorpje in Oost-Groningen zou niets voor hem zijn geweest. 'Ik heb
gekozen voor Oegstgeest omdat het in de Randstad ligt, je kunt hier
mooi wonen en de gemeente heeft een aantal uitdagingen. Ik houd niet
van gemakkelijke uitdagingen en neem graag verantwoordelijkheid op
lokaal niveau. Bovendien moet je ook kijken naar de schaal van de
gemeente die bij je past, als je wethouder in een deelgemeente (van
Amsterdam, JD) bent, word je niet gelijk burgemeester van een grote
stad.'
Hij vervolgt: 'Oegstgeest is een
gemeente die financieel weinig armslag heeft en goed op de centen
moet passen. Ik heb een financiële achtergrond en kan hierin goed
begeleiden. We hebben een ambtelijk apparaat dat uit een
transformatie komt. Ik heb een organisatieachtergrond en kan er goed
structuur aan geven.' Één ding wil Jaensch heel duidelijk hebben:
hij is hier niet gekomen met de opdracht om Oegstgeest te laten
fuseren met Leiden. 'We kijken naar de samenwerking in de Leidse
regio. Er is geen opdracht van de Commissaris van de Koning over
welke kant het op moet. Maar de samenwerking tussen de gemeenten moet
wel structuur krijgen.'
Vergeleken met de vergaderingen in
Amsterdam, gaat het er hier in Oegstgeest rustig aan toe. Hier zijn
geen scheldkanonnades, binnenstormende krakers of publiek dat zich
luidkeels met de discussie bemoeit. En mocht het ooit gebeuren, dan
weet Jaensch wat hem te doen staat; 'Dan schors ik de vergadering
gewoon en vertel de persoon in kwestie dat er consequenties verbonden
worden aan zijn handelen.'
Als voorzitter van de raad heeft
Jaensch al een noviteit geïntroduceerd: het staande stemmen. Dit
leidde nogal tot consternatie bij verschillende politici. Had Jaensch
dit van tevoren bedacht of kwam het spontaan bij hem op? 'Ik verzon
het ter plekke, in de 'heat of the moment'. Staand stemmen gebeurt
regelmatig in Amsterdam, dus voor mij is het niet ongebruikelijk.'
Maar het staand stemmen lijkt geen lang leven beschoren te hebben in
Oegstgeest. 'Ik weet niet of ik het opnieuw zal doen. Ik merkte dat
het zo nieuw was, dat mensen het ongemakkelijk vonden. En dat moet
niet het geval zijn. Stemmen moet een routineactiviteit zijn. Het
wordt hier als wat apart beschouwt. Ik ben niet tegen apart, maar we
doen de dingen niet alleen omdat het apart is.
Heeft Jaensch al een moment spijt gehad
van zijn besluit om burgemeester te worden in Oegstgeest? Helemaal
niet, ik doe dit echt met veel plezier. Het vak gaat bij me passen,
maar natuurlijk moet ik het nog leren. Ik ga dagelijks met plezier
naar het gemeentehuis toe, of bezoek mensen vanwege hun 60-jarig
huwelijk, de koningsdag of bij bedrijfsbezoeken. Je dag begint en je
weet nooit wat er op je bordje komt.' Ook zijn gezin steunt hem
volop. Jaensch maakt wekelijks tijd voor hen vrij: 'Ik heb blokken in
mijn agenda, dat ik aandacht aan hen geef. Al kun je er niet omheen
dat je 24 uur per dag burgemeester bent. Ook als je naar de
supermarkt gaat, spreken mensen je aan.'
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home