Column
Het einde van de burger
Hét woord, dat de kloof tussen bestuur, politiek en de
rest van Nederland wagenwijd open laat staan, is ‘burger’. Het is de moderne
variant van plebs, of stemvee. Burgers? Dat zijn hapklare brokken vlees, met
daarop een blaadje sla en een klef broodje. We moeten nooit meer praten over
burgers, als we de mensen in ons land noemen; zij heten inwoners.
Ziedaar, de eerste stap in een proces, waarbij de inwoners
een onmisbare rol krijgen bij een overheid, die servicegericht moet gaan
handelen. Laten we meteen maar het tweede punt aanpakken: ‘Wat is inspraak?’
Meepraten en meebeslissen zijn twee verschillende zaken. In de huidige
vormgegeven democratie zijn bestuurders direct of indirect gekozen om besluiten
te nemen. Inwoners kunnen de laatste jaren steeds meer meepraten over
allerhande onderwerpen. Vaak op het gemeentehuis, maar regelmatig ook op andere
locaties. En sinds een coronajaar, natuurlijk ook meer en meer online.
Maar dat meepraten blijkt 99 van de 100 keer nergens om te
gaan. Of specifieker gezegd; de cake is al voorgebakken en de inwoners mogen
zich over de kruimels buigen. Als je daadwerkelijk een inspraaktraject wilt
hebben, dan kun je dat op twee manieren doen. De eerste wijze is, om een plan
voor inspraak openbaar te maken, waarbij je als bestuursorgaan jezelf
committeert om in ieder geval 20% van de opmerkingen en wijzigingen over te
nemen en het plan als zodanig aan te passen. Dat zorgt voor groter draagvlak
bij de inwoners en stimuleert ook het ‘ja, tenzij’ denken. De tweede wijze is,
om ieder plan te laten beginnen met een wit A-4tje, waarbij inwoners als eerste
hun ideeën geven. Waarna het bestuur gaat werken aan het uitwerken van die ideeën.
‘Kunst, omdat het moet’, was dertig jaar geleden een
programma op de Nederlandse televisie. Hiermee werd duidelijk gemaakt, dat de
betreffende zender helemaal geen zin had om culturele programma’s uit te
zenden, maar dit van hogerhand verplicht was. De Omgevingswet moet ook
gerealiseerd worden, nadat inwoners zich hier over uitgelaten hebben. Die vorm
van inspraak is in alle gemeenten, die ik ken, een gotspe geworden. De opzet van de
Omgevingswet is veel te ingewikkeld gemaakt, om hier als redelijk geïnformeerde
inwoner daadwerkelijk wat (diep)zinnigs over te kunnen zeggen. Het standaard
beleid dient de zijn: KIS; Keep It Simple. Wanneer je de zaken helder (wat iets
anders is dan simpel) houdt, kun je de inwoners daadwerkelijk betrekken bij het
beleid.
In de jaren ’60 van de vorige eeuw spendeerde de NASA
miljoenen dollars aan het ontwikkelen van een pen, die ook in een situatie van
gewichtloosheid zou kunnen functioneren. De Russen, die veel minder geld ter
beschikking hadden in de race naar de maan, bedachten een inventieve oplossing:
gebruik een potlood!
Niet ieder probleem kan simpel worden opgelost. Maar vaak
wordt te moeilijk nagedacht over oplossingen, die voor de hand liggen. Luister
naar het gezonde boerenverstand; dat voorkomt oogkleppenbeleid en navelstaarderij.
Bekijk iedere suggestie met een open, positieve blik; het kan tot verrassende
uitkomsten leiden.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home