Meer mogelijkheden permanente bewoning vakantiehuisjes

Nieuwkoop / Kaag en Braassem – De Provincie Zuid-Holland wil de permanente bewoning van recreatiewoningen vaker toestaan. Dat gaat het om individuele vakantiewoningen en niet om recreatiewoningen in grote verblijfsrecreatieparken. Dat is te lezen in de ‘ontwerp herziening 2021 van het Omgevingsbeleid’ van de Provincie.

Door minder beperkingen op te leggen, krijgen gemeenten meer mogelijkheden om de permanente bewoning toe te staan. De oude eis komt te vervallen, dat alleen mensen die vóór 31 oktober 2003 in een vakantiehuisje woonden, daar ook permanent mogen verblijven. In plaats daarvan wil de Provincie een nieuwe regel invoeren, dat de betreffende recreatiewoning vóór 1 januari 2019 gebouwd moet zijn.

In verblijfsrecreatieparken met meer dan 12 vakantiewoningen blijft het verboden om er permanent te wonen. ,,Parken van deze omvang zijn van belang voor de verblijfsrecreatie en kunnen bij omzetting naar woongebied een grotere impact hebben op de woningmarkt.’’

De Provincie wil het zomaar neerzetten van recreatiewoningen tegelijkertijd aan banden leggen, zo staat in het document. ,,Nieuwe recreatiewoningen worden alleen toegelaten in een bestaand of nieuw verblijfsrecreatiepark. Het risico op permanente bewoning wordt hierdoor geminimaliseerd.’’ Trekkershutten mogen echter wel ‘bij uitzondering’ buiten een verblijfsrecreatiepark geplaatst worden, omdat deze types onderkomens niet geschikt zijn voor permanente bewoning.