Frits Bolkestein steunt vervroegen sluitingstijden naar middernacht

LISSE – Ook Frits Bolkestein doet een duit in het zakje rondom de discussie van het vervroegen van de sluitingstijden voor de horeca. In een brief van 29 januari laat de oud-politicus weten: ‘Het vervroegen van de horecasluitingstijden is geen bemoeienis maar een zaak van openbare orde, maatschappelijke veiligheid en de gezondheid van velen, niet alleen de jongeren.’

Bolkestein schreef: ‘Volgens de horecabranche komen ‘stappers’ drie uur voor sluitingstijd naar bar of disco omdat het dan pas druk en gezellig is. Aangezien veel bars en disco’s om 04:00 uur of later sluiten komt het uitgaansleven, vooral in de plattelandsgemeenten, pas na 24:00 uur op gang. Daaraan vooraf zoekt de jeugd elders zijn vertier. Te denken valt aan keten, caravans en schuren waar in het algemeen geen toezicht is. Drank wordt goedkoop ingekocht bij supermarkten en aangezien die jongeren een bepaald bedrag te besteden hebben, kan er zo aardig wat worden ingenomen. Dit “indrinken’ leidt tot zorgwekkende toestanden, zoals schade aan de hersenen, verkeersongevallen en wangedrag.’

Hij vervolgt: ‘Een bijkomend nadeel van het late stappen is een toename van drugsgebruik om het tot het ochtendgloren vol te kunnen houden. Natuurlijk zijn de ouders eerstverantwoordelijk. Veel ouders doen hun uiterste best en zijn zich er steeds meer van bewust dat alcohol veel schade kan aanrichten bij de jongeren. Het goede voorbeeld geven en met de jongeren in gesprek blijven en daarbij grenzen aangeven en handhaven is van essentieel belang. Maar het is naïef om te denken dat jongeren zich op deze leeftijd aan de regels houden als zij bij hun vrienden zijn. De ouders hebben de hulp van de overheid nodig. Ook de overheid moet grenzen stellen en handhaven.

Anders is het voor de ouders vechten tegen de bierkaai. Het vervroegen van de horecasluitingstijden is geen bemoeienis maar een zaak van openbare orde, maatschappelijke veiligheid en de gezondheid van velen, niet alleen de jongeren. Vrijheid is een groot goed, maar alles vrijgeven brengt niet veel goeds.’