“De mensen kijken niet naar wat ik niet kan, maar naar wat ik wel kan”
SASSENHEIM – De meeste topsporters lopen op hun 34ste op hun laatste benen. Sven Boekhoven is echter een absolute uitzondering hierop. Slechts iets meer dan een jaar geleden is hij actief begonnen met wielrennen om een zo hoog mogelijk niveau te halen. De bondscoach van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie (KNWU) heeft hem geselecteerd om van 18 tot en met 22 augustus voor Nederland uit te komen op het WK aangepast wielrennen in Baie-Comeau te Canada. In de categorie mannen C3 hoopt Boekhoven een gouden medaille te halen op de tijdrit en/of de wegwedstrijd. “Mensen hebben misschien het beeld dat gehandicaptensport van een lager niveau is, maar vanwege mijn beperking moet ik juist meer doen om de top te bereiken.”
Door Joep Derksen
Op z’n achtste veranderde het leven van Boekhoven. Hij viel op zijn hoofd en door de klap ging een kluwen vaatjes kapot. Hij raakte tijdelijk verlamd aan zijn benen, kreeg hersenvliesontsteking, nekkramp en lag een maand in het ziekenhuis. Daar werd geconstateerd dat hij een aangeboren afwijking had; een vaatvergroeiing in zijn ruggenmerg ter hoogte van zijn kaak. Indertijd lieten de artsen weten dat ze hier niets aan konden doen en ze stuurden Boekhoven naar huis met de mededeling “Hopelijk krijg je er geen last van.”
Jarenlang leek alles goed te gaan, tot Boekhoven op z’n veertiende moeilijk begon te lopen. In eerste instantie kochten zijn ouders betere schoenen voor hem, maar er veranderde niets. In het ziekenhuis werd geconstateerd dat de aangeboren afwijking de oorzaak was. Door de groei tijdens de pubertijd is de kluwen haarvaten klem komen te zitten en heeft zenuwen kapot gedrukt met verminderde motoriek als gevolg. Boekhoven vertelt over die periode: “Tijdens de middelbare school krijg je die ziekte en ik ging langzaam achteruit. Mijn vrienden maakten het mee en leefden met me mee. Toen ik het in mijn pubertijd kreeg dacht ik dat ik op m’n veertigste in een rolstoel zou zitten. Nu denk ik dat ik mijn leven lopend zal volbrengen. Op het moment dat ik naar de HBO ging, was ik heel bang dat de andere studenten mij door mijn beperking links lieten liggen, maar dat was niet zo. Ik kwam erachter dat als je zelf heel normaal over je beperking doet, anderen dat dan vanzelf ook doen. Dat is de rode draad in mijn leven: de mensen kijken niet naar wat ik niet kan, maar naar wat ik wel kan.”
RSI
Na zijn studie werkte Boekhoven als IT-specialist bij gerenommeerde bedrijven, maar hij dacht niet na over een carrière als wielrenner. Hij begon pas met het op de fiets stappen toen hij een aantal jaar geleden last kreeg van RSI, doordat hij zoveel achter een computer zat. “Ik ben deels verlamd aan de rechterkant van mijn lichaam en daardoor gebruik ik mijn linkerhand en linkerbeen meer. Als ik door die RSI de functie van links verlies, houd ik niets over en daarom moest ik ervoor zorgen dat de linkerkant goed blijft functioneren. Het bedrijf waar ik werkte bood goede indoor fitnessfaciliteiten, maar ik wilde naar buiten. Daarom kocht ik vier jaar geleden een fiets en ging er rondjes mee rijden. Die rondjes werden steeds groter en het fietsen werd steeds leuker. Vervolgens kocht ik een racefiets en dat was het begin om met het wielrennen te beginnen. Eerst was het doel überhaupt de ringvaart een keer rond te rijden, nu is het een trainingsrondje geworden; van Sassenheim achter langs Schiphol, Haarlem en weer terug naar de Bollenstreek.”
Eind 2008 liet Boekhoven zich testen door een sportarts en uit de ‘maximaaltest’ bleek dat hij in de categorie Amateur-A viel. Dat was een keerpunt in Boekhoven’s denkwijze en leven. “Voor iemand die met het rechterbeen maar 50% inspanning kan leveren, vond ik dit een goede prestatie. Ik werd lid van de RTV Bollenstreek maar merkte dat ik nog niet goed mee kon komen. Tijdens een vakantie met een vriend in het buitenland merkte ik dat het toch best goed ging, op vlakke stukken reden we samen op en op een berg reed ik van hem weg. Daarna heb ik de stoute schoenen aangetrokken en een mail gestuurd naar Gehandicaptensport Nederland met de vraag of er mogelijkheden voor mij waren om op een professioneler niveau aan wielrennen te doen. Ik kreeg van hen een reactie en zij hadden deze reactie tegelijkertijd naar de bondscoach Eelke van der Wal gestuurd. Hij mailde me en nodigde me uit te laten zien wat ik kan. Begin augustus 2009 heb ik meegetraind met de andere wielrenners en ik werd vervolgens voor een pre-WK-training uitgenodigd.”
Paralympische Spelen
Zijn ogen lichten op als hij terugdenkt aan die tijd: “het was super; ik werd echt onderdeel van het team en ontving nationale teamkleding. Het is heel snel gegaan, want de bondscoach wil een sterk team naar de Paralympische Spelen in 2012 brengen. Dat is overigens ook mijn grote droom: ik wil dan op de hoogste trede staan. Dat wordt nog een heel karwei, maar het is een mooi doel, wat eind 2008, na die inspanningstest, voor het eerst in mij op kwam.”
Onlangs behaalde de wielrenner de derde plaats tijdens het Nederlands Kampioenschap aangepast wielrennen (zie inzet). Mede hierdoor wordt hij uitgezonden naar het WK, waar hij de tijdrit en de wegwedstrijd zal rijden. Is Boekhoven nou zo goed dat hij binnen een jaar de top kan bereiken, of is de concurrentie zo zwak? “Ik ben nog niet zo goed; er zijn er die veel beter zijn, maar aangepast wielrennen is geen sport die duizenden mensen beoefenen. Het is voor veel mensen namelijk niet logisch om te gaan fietsen als er wat aan je benen mankeert. Ik heb af en toe het idee dat mensen zeggen: ‘Ah wat lief; die gehandicapten zijn ook aan het sporten.’ Maar dit is echte topsport; hard werken waarbij mensen zich volledig inzetten. Ik denk dat mensen het beeld hebben dat gehandicaptensport van een lager niveau is, maar vanwege je beperking moet je juist meer doen om de top te halen.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home