‘Ik ben altijd dorpsdominee geweest’
Carsten’s vader was ook dominee en dat heeft mede zijn toekomst bepaald, zo laat de aanstaande emeritus weten: ‘Het boeide me hoe hij bezig was onder de mensen. Hij reed op een oude Solex tussen de Friese dorpen en ik fietste hem achterna. Daarna zat ik in de kerk en luisterde. Noem het gerust een adoratie aan mijn vader: hij zette voor mij de lijn omdat hij niet verplichtte dat ik dominee zou worden.’
Na zijn studie werd Carstens (63) gevraagd om in Friesland dominee te worden. ‘Die heb ik allemaal afgewezen. Mijn vader was confessioneel dominee en als student was ik me in een andere richting aan het ontwikkelen. Het werd De Kaag in 1973, waarna Middelharnis en Heemstede volgden. In oktober 1993 kwam Carstens naar Noordwijk: een perfecte combinatie. Als dominee van de Protestantse Gemeente Noordwijk was er vrijwel onmiddellijk een chemie tussen hem en de parochianen. ‘Ik ben altijd een dorpsdominee geweest. Mijn spontaniteit en hoe de mensen op me reageerden zorgde voor een klik. Ik ben hier 17 jaar geweest en wilde niet meer naar een andere gemeente.’
Boetedoening
In het geloof gaat het ook om boetedoening. Wat was uw grootste zonde? Carstens lacht: ‘Dit kan nog een lang interview worden. Tel uw zonden één voor één, maar vergeet er geen een. Sinds ik twintig jaar geleden met roken stopte, ben ik een koekjesmonster geworden.’ Hebt u wel eens getwijfeld over het geloof en of er een God is? ‘Regelmatig. Ik heb nooit de zekerheid gehad of ik mijn werk zou kunnen volhouden. Ik twijfelde nooit aan mijn eigen inzet, maar wel of ik dit kon. Je praat namelijk niet alleen voor jezelf, maar je legt verantwoording af aan je geloof. Daar moet je kunnen achter blijven staan. Ik ben een eb en vloedgelovige; ik heb aan mijn geloof getwijfeld.’
Carstens licht toe: ‘Het geloof is van horen zeggen. Dat staat aan de basis van mijn twijfel; moet ik de mensen geloven die over God en het geloof hebben verteld? Is er een God? Is het waar wat er gezegd wordt? Die vragen zijn er altijd geweest en zijn er nu nog. Ik sta echter nog steeds achter het geloof, dankzij de Woorden, het Boek en de Boodschap. Zonder een zak vol woorden in mijn broekzak houd je alleen geleuter over. In buitengewoon moeilijke omstandigheden hebben de woorden meer te melden dan ikzelf ooit kan.’
Prachtig
‘Dominee zijn is een prachtig beroep. Ik houd van de mensen en temidden van hen werken is vermoeiend, maar ook heel boeiend. Zelfs in heel verdrietige omstandigheden werken vond ik niet vreselijk. Je ervaart op die momenten het heel wezenlijke, waar het in het leven om gaat.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home