Tien ambities voor fijner wonen

LISSE – Tien woonambities om ervoor te zorgen dat de woningvoorraad ook in de toekomst voldoet aan de alsmaar toenemende vraag. Deze staan in het rapport ‘Ambities Woonvisie Lisse 2011’, die dinsdag 31 mei door wethouder Ad van Zelst (Nieuw Lisse) openbaar werd gemaakt.

De wethouder informeerde over de doelstellingen: ‘De gemeente wil de kansen voor starters op de woningmarkt in de komende drie jaar vergroten. We denken aan het inzetten van de starterslening en (beperkte) nieuwbouw voor starters.’ Ook moeten er in 2020 voldoende passende woningen zijn voor ouderen die zelfstandig willen wonen. Hiervoor worden bestaande woningen aangepast en nieuwbouw moet waar mogelijk levensloopbestendig zijn.

De middeninkomens moeten meer mogelijkheden krijgen om in de gemeente te komen wonen. Voor de huishoudens die minder dan 43.000 euro per jaar verdienen zijn er veel te weinig particulieren huurwoningen beschikbaar. Ook mogen door Europese regelgeving wooncorporaties maximaal 10% van hun sociale huurwoningen toewijzen aan deze groep. Lisse wil het aanbod aan woningen in het middensegment (huur boven 653 euro en koop tussen 150.000 euro en 200.000 euro) vergroten.

Tevens moeten er meer woonvormen met zorg komen, al dan niet in twee woonservicezones; het centrum van Lisse en de Poelpolder. Er moeten voldoende sociale huurwoningen blijven om de huishoudens met de lage inkomens te blijven huisvesten en de woningvoorraad moet in 2020 op een ‘hoger energetisch niveau’ gebracht worden. Het terugdringen van energiegebruik en CO2-uitstoot zijn belangrijke gemeentelijke ambities.

De gemeente wil een nieuwbouwprogramma opstellen met woningen waarnaar op lange termijn behoefte bestaat en het doel is om de realisatiekans van projecten met sociale woningbouw te vergroten. Tot slot moet de kwaliteit van de woon- en leefomgeving verbeterd worden, met meer aandacht voor groen, spelen, water en parkeren.

Van Zelst: ‘De grote uitdaging voor de gemeente zit ‘m in het feit om samen met de woningcorporaties het bestaande bestand aan woningvoorraad zodanig aan te passen dat tegemoet wordt gekomen aan de demografische ontwikkeling op middellange en lange termijn.’ De resultaten uit het rapport worden verwerkt in de gemeentelijke woonvisie die in november door de gemeenteraad moet worden vastgesteld.