Dé lokale en regionale nieuwssite

Beste bezoeker, Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Veel leesplezier! Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

22 augustus 2012

Gek op vrijwilligerswerk


Dingeman Kleyn: schout en bouwpastoor

NOORDWIJK – De raderen van de samenleving zouden knarsend tot stilstand komen als alle vrijwilligers zouden besluiten om te stoppen met hun activiteiten. Je ziet en hoort ze zelden; die mannen en vrouwen die ervoor zorgen dat hun club, vereniging of stichting soepel draait. In deze serie wordt iedere week een andere vrijwilliger uitgelicht, die vertelt over ‘zijn’ organisatie. Vandaag deel 1: Dingeman Kleyn, die al 28 jaar lid is van het Broederschap of Gilde van Sint Joris, dat op 24 juni haar 535-jarig bestaan vierde.

De oprichtingsakte van het Broederschap of Gilde van Sint Joris (kortweg: gilde) dateert uit 1477, maar Kleyn heeft de afgelopen tien jaar uitgebreid onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het gilde. ‘Deze instelling is in circa 1375 opgericht, want de eerste vermelding werd al in 1400 gedaan door de historicus Cornelis van Alkemade.’

Niet iedere man kan zomaar lid worden van het gilde; Kleyn werd in 1984 gevraagd. Over de inwijdingsceremonie wil Kleyn weinig kwijt, alleen dat de installatie volgens een ‘zeer indrukwekkend’ ritueel gaat. Over zijn eigen functie en werkzaamheden informeert Kleyn: ‘Ik ben Schout en moet een aantal klusjes doen. Zo zorg ik ervoor dat het grondstuk van het gilde in goede staat van onderhoud is. Ook regel ik het schiettuig en de lotingen voor de schietwedstrijd. Bij de inauguratie van de introducés verzorg ik het binnengeleiden.’

In 1999 stortte Kleyn zich op het archief van het gilde. ‘Ik zat thuis en moest wat te doen hebben en heb daarom alle informatie bij elkaar geveegd over de historie. Oorspronkelijk had deze organisatie twee doelen: het broederschap diende als beschermer van de mensen en het gilde richtte zich op het schieten met een schietboog.’ Alle historische feiten schreef Kleyn op en de resultaten werden in 2004 gepubliceerd in het boek ‘Het gilde, levend monument’. Enkele honderden exemplaren zijn hier al van verkocht en de verkoop blijft doorgaan; daar zorgt het gilde zelf voor. Kleyn lacht: ‘Wanneer een lid toetreedt, dan is hij verplicht om een exemplaar van dit boek af te nemen.’

Door de jaren heen is de focus meer komen te liggen op het gilde; ’s zomers wordt wekelijks geschoten met de traditionele voetboog en eens in de zeven jaar wordt gestreden om het Koningschap van het gilde. Hiervoor moet een houten gaai van een 26 meter hoge paal geschoten worden. Kleyn vertelt met passie: ‘Als je lid bent van een vereniging, moet je er ook wat voor doen. Zo was ik in 2007-2008 bouwpastoor, fundraiser en techneut van de restauratie van het gebouw.’ Hij wil nog lang betrokken blijven: ‘Bij het gilde ben je broeder voor het leven.’