Gevolgen huurheffingen duidelijk

KAAG EN BRAASSEM – De gevolgen van de overheidsheffingen voor de wooncorporaties Woondiensten Aarwoude en Alkemade Wonen zijn nu duidelijk geworden. Tijdens een informatieavond op donderdag 4 april werden de cijfers getoond over tekorten, huurstijgingen en de maatschappelijke gevolgen.

Zowel Woondiensten Aarwoude als Alkemade Wonen moeten in de periode tot en met 2017 elk 7,4 miljoen euro aan verhuurdersheffingen en saneringsheffingen betalen. Hier tegenover staan extra huurinkomsten, die een deel van de kosten dekken. Bij Alkemade Wonen stijgen de huurinkomsten van 98.000 euro in 2013 naar 751.000 euro in 2017. Voor Woondiensten Aarwoude gaan de inkomsten omhoog van 53.000 (2013) naar 778.000 (2017).

De huren gaan namelijk met vele procenten boven de reguliere inflatieverhogingen stijgen. Wanneer huurders minder dan 34.229 euro verdienen, moeten ze een extra 3% per jaar betalen. Hiervan is sprake bij 64% van de huurders van Alkemade Wonen en 50% van Woondiensten Aarwoude. Huurders dit tussen 34.229 en 43.000 verdienen, krijgen te maken met een jaarlijkse extra huurstijging van 4,5%. Dat geldt voor 13% van de huurders van Alkemade Wonen en 25% voor de huurders van Woondiensten Aarwoude. Huurders die meer dan 43.000 euro verdienen krijgen een extra jaarlijkse huurverhoging van 10,5% te verstouwen. Beide wooncorporaties zijn zeker van plan deze inkomensafhankelijke huurverhogingen door te voeren.

Toch komen de corporaties de komende jaren geld tekort en daarom moeten ze keuzes maken. Keuzes, waarover de komende tijd nagedacht wordt. De haalbaarheid van bouwplannen wordt ter discussie gesteld en ook wordt ‘herbezonnen’ op investeringen in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed. Wellicht gaan de corporaties de komende jaren ook over tot noodgedwongen verkoop van woningen, het schrappen van investeringen of het verlengen van de levensduur van woningen.