Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

11 augustus 2013

Geen tweede burgerwoning

ROELOFARENDSVEEN – Het college wil niet dat een bedrijfswoning wordt gebouwd op het perceel Veenderveld 35a. Een aanvraag hiervoor wordt afgewezen omdat deze ‘in strijd is met de regels van het bestemmingsplan en van het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening’.
 
Eerder dit jaar diende VRP Architecten namens Conservenfabriek B. Volwater & Zonen een omgevingsvergunning in voor bouwen van een bedrijfswoning op deze locatie. Maar het plan doorstaat de toetsen van kritiek niet. Volgens een ambtelijk advies is de bouw van de bedrijfswoning in strijd met de algemene regels van het bestemmingsplan Veenderveld en wordt er niet voldaan aan de (regels voor de) hoogte van de woning ten opzichte van de kruin van de dijk. Bovendien voldoet de aanvraag niet aan de criteria die gelden voor het mogelijk maken van een tweede bedrijfswoning.
 
‘Het verlenen van medewerking schept een ongewenst precedent, omdat het gaat om een tweede bedrijfswoning voor het bedrijf Conservenfabriek B. Volwater & Zonen’, aldus het ambtelijk advies. De aanvrager liet in mei weten, dat de tweede bedrijfswoning absoluut noodzakelijk was. In het oogstseizoen is de conservenfabriek namelijk 24 uur in bedrijf, vanwege de verwerking van de in korte tijd aangeboden producten. Een adequaat en continu toezicht is dan noodzakelijk en met een tweede bedrijfswoning voor een bedrijfsleider kan dit toezicht ook plaatsvinden.
 
Maar de gemeente is het niet eens met deze stellingname. ‘Zo er al sprake zou zijn van een noodzakelijke aanwezigheid van een bedrijfsleider, dan geldt dat uitsluitend voor het oogstseizoen, dus niet jaarrond. Als de fabriek 24 uur in bedrijf is, houdt dat in dat er ook 24 uur personeel aanwezig is. Bedrijfstechnisch moet dat zodanig te organiseren zijn dat een van de aanwezigen een bedrijfsleider is c.q. als zodanig kan optreden. Uit diverse uitspraken van zowel rechtbank als Raad van State blijkt dat zelfs bij een agrarisch bedrijf (met levende have, dat uit dien hoofde ook 24 uur in bedrijf is) een tweede bedrijfswoning niet nodig wordt geacht. Dit impliceert naar onze mening dat ook bij een conservenfabriek een dergelijke woning niet nodig is.’