Holland Rijnland slechtste jongetje van het land

KAAG EN BRAASSEM – De regio Holland Rijnland komt landelijk gezien als slechtste uit de test, waar het gaat om de voorbereiding voor de Jeugdzorgtaken. De rijksoverheid schuift deze taken in 2015 namelijk door aan de gemeenten en onderzocht is, hoe de verschillende regio’s zich hier op voorbereiden. Tot schrik van de bestuurders uit deze regio, komen wij hier niet goed uit. Maar dat komt allemaal door een misverstand, zo haastte wethouder Floris Schoonderwoerd (PvdA) zich te zeggen.

In een persbericht van de rijksoverheid is onder meer het volgende te lezen: ‘De transitiecommissie laat zien dat sommige regio’s van samenwerkende gemeenten verder zijn in hun voorbereidingen voor het nieuwe jeugdstelsel dan andere. Een kleine groep is ver met de transitie. Een grote middengroep heeft grotendeels concrete afspraken maar de TSJ vindt dat hier een vinger aan de pols gehouden moet worden. Twee regio’s lijken niet in staat om tijdig de doelstellingen te realiseren zonder inbreng van buitenaf. Om gemeenten te ondersteunen bij het volledig voltooien van hun regionale transitiearrangementen komen er vliegende brigades die door het hele land met gemeenten aan de slag gaan. (bron: www.rijksoverheid.nl//nieuws/2013/11/12/van-rijn-en-teeven-op-volle-kracht-doorwerken-aan-nieuw-jeugdstelsel.html)

 

Volgens Schoonderwoerd heeft de rijksoverheid het helemaal mis en is alles berust op een misverstand. Hij informeerde de raadsleden: ‘Onze regio is een van de twee regio’s die als onvoldoende te boek staat. Maar voor transitiearrangement scoren we op alle onderdelen als beste van Nederland.’ Hij legt uit hoe het toch kan, dat Holland Rijnland het slechtste jongetje van het land is: ‘Deze regio heeft gezegd, dat we dat niet kunnen werken met een bezuiniging van 12%. Daarom scoren we negatief. We hebben met de staatssecretaris een gesprek aangevraagd. Als regio zijn we behoorlijk gepikeerd. We hebben het kwalitatief goed gedaan, maar volgens de scoringkaart van de heer Geluk (commissie Geluk, JD) scoren we onvoldoende.’