Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

08 juli 2014

Voor wat hoort wat

JOEP DERKSEN
OEGSTGEEST – Verenigingen die actief zijn op het sportieve en culturele vlak krijgen vaak subsidie van de gemeente. Of het nu gaat om ‘harde cash’ of een bijdrage in de vorm van sportvelden, kleedkamers of andere voorzieningen. De komende jaren zal de gemeente echter vragen aan deze subsidie-ontvangers om een grotere bijdrage te leveren aan de samenleving.
Het oude systeem van clubs en verenigingen die alleen activiteiten ontplooien voor de eigen leden, gaat op de schop. Steeds meer beseffen de inwoners, hoe vreemd het is dat de hele gemeenschap moet meebetalen, zodat een aantal mensen hun sport kunnen uitoefenen. Terwijl tegelijkertijd veel mensen wel willen sporten, maar dat niet kunnen vanwege hun lichamelijke of geestelijke gesteldheid.
De komende jaren wordt de gemeente zwaar gekort op bijdragen van de rijksoverheid waar het gaat om zaken als jeugdzorg, reïntegratie van werklozen en opvang van senioren. De tijden dat de overheid dit volledig verzorgde, zijn voorgoed voorbij. Er is simpelweg niet genoeg geld om alle mensen volledig te kunnen helpen in hun noden. Daarom is het van belang, dat verenigingen en stichtingen helpen in het bestrijden van de eenzaamheid en het voorkomen danwel vertragen van een achteruitgang van de lichamelijke en fysieke gezondheid.
Wethouder Jos Roeffen (LO) ziet een grote rol weg gelegd voor de sportverenigingen. ‘Zij zijn heel belangrijk voor het cement in de samenleving, want ze binden veel mensen. Deze sportverenigingen mogen echter ook wel een stapje zetten op het vlak van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze krijgen heel veel subsidie van de gemeenschap en die gemeenschap vraagt nu iets terug. Daarom is het goed, wanneer mensen met een beperking opgenomen worden in de (sport)gemeenschap.’
De wethouder noemt dit het ‘social return’. Goede voorbeelden hiervan zijn het G-voetbal (voor gehandicapten) en het veterinnenhockey, maar er is nog zoveel meer mogelijk. Waarom zouden sportkantines alleen gebruikt worden voor de derde helft? Deze door de gemeenschap betaalde faciliteiten kunnen ook gebruikt worden voor het geven van bijvoorbeeld huiswerk- of bijspijkercursussen. Roeffen: ‘Verbind sport met mensen die een maatschappelijke achterstand hebben; zo kunnen zij ook hun talenten ontdekken. We moeten dit als gemeenschap samen oppakken.’