Hulp
Er
zijn in onze gemeente Kaag en Braassem vele honderden kinderen, die
op de een of andere manier hulp of begeleiding nodig hebben. Hulp,
die ze niet kunnen krijgen van hun ouders of verzorgers. Voordat u
verder leest, waarde columnlezer, laat dit gegeven even op u
inwerken. Honderden kinderen! Vele klaslokalen vol!
De
hulp, die kinderen krijgen van organisaties als Tom
in de Buurt, Go voor jeugd, het kernteam en de Driemaster, varieert
enorm. Het kan eens een keer een pubervraag zijn, hulp bij dyslexie
(even gecheckt, of ik het goed geschreven heb), maar ook zwaardere
problemen zoals mishandeling, ondervoeding of opname in een gesloten
instelling. Er staat een hele batterij aan zorgverleners klaar voor
die kinderen. En dat is natuurlijk een goede zaak. Sinds 2015 moeten
die zorgverleners ook samenwerken en daar is ook weinig mis mee.
Maar
waar het verkeerd mee dreigt te gaan, is dat door heel Nederland
monsterkolossen van samenwerkende hulpinstanties gezamenlijk
verantwoordelijk zijn voor de jeugdhulpverlening en op zoveel
mogelijk manieren proberen om er achter te komen, of er een kind is
dat nog hulp nodig heeft. Ter voorkoming van grotere problemen,
allicht. Maar zo creëren die instanties ook een situatie, waarbij er
steeds meer personeel wordt aangenomen om die kinderen te helpen. En
om het personeel aan het werk te zetten, moeten meer kinderen
gevonden worden, die geholpen moeten worden. Zo krijg je een systeem,
dat zichzelf in stand moet houden. Terwijl gemeenten, zoals die in
Holland Rijnland, almaar meer geld moeten uitgeven om dat systeem in
stand te houden.
Het
gemeentebestuur van Kaag en Braassem besloot enkele jaren geleden om
de aanbesteding van de jeugdzorg in eigen hand te houden. En een
compliment is op zijn plaats; hierdoor werd Kaag en Braassem niet
overvallen door steeds hogere claims van extra geld. De instanties
moeten het doen met het geld, dat contractueel is afgesproken.
Wethouder Floris Schoonderwoerd lichtte toe, waarom onze gemeente
deze weg heeft bewandeld. ,,Het oude systeem is een perverse
financiële prikkel. Als iemand in een zorgtraject zit, wordt het
voor die instelling financieel interessant om deze persoon in
zwaardere zorg te krijgen.'' Hij voegde er aan toe: ,,Het zou voor
ziekenhuizen moeten lonen om níet te opereren, in plaats van om wél
te opereren.''
Weet
u, Floris heeft daar gewoon gelijk in. Niet ieder kind is
hypersensitief of heeft ADHD. Soms gaat het gewoon door een fase
heen, of moet er wat minder suiker in. Het zou voor menig ouder goed
zijn, om eens wat vaker naar het eigen kind te kijken en er mee te
spelen, dan op het mobieltje te staren. Of verantwoordelijkheid te
nemen voor extra zorgtaken. De wethouder vroeg zich af, of ieder
kind, die recht heeft op busjesvervoer naar school ook daadwerkelijk
van huis moet worden opgehaald? Of kunnen de ouders hun kind ook naar
één ophaalpunt brengen, zodat die kinderen tegelijk in kunnen
stappen? En als kinderen geconfronteerd worden met een echtscheiding,
is het dan beter om ze daar met een voor hen onbekende volwassene
over te praten, of hun ervaringen te delen met andere kinderen die
hetzelfde meemaken; onder begeleiding van een professionele coach? Zo
krijgt ieder kind toch de ondersteuning die hij/zij verdient, maar
kost dat minder geld.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home