Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

21 mei 2022

Inwoners slaan handen ineen


Om Oekraïense vluchtelingen te helpen

WOUBRUGGE – De inwoners van Woubrugge en Hoogmade zetten zich massaal in om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen.

Sinds Putin op oorlogspad ging in Oekraïne sloegen ruim een miljoen mensen op de vlucht. Een deel van deze Oekraïners kwamen terecht in Nederland. De eigenaar van het pand van de voormalige motorzaak aan de Kerkstraat benaderde het bestuur van de dorpskerk. Hij had nog geen vergunning van de gemeente gekregen voor zijn verbouwplannen en bood aan om het pand te gebruiken voor de opvang van maximaal vijftig Oekraïense vluchtelingen.

Leo Deurloo werd begin maart gevraagd om mee te denken. “Met een groepje gingen we het gebouw in. We werden enthousiast, maar er moest heel wat gedaan worden. De olielucht sloeg op je keel, nadat daar jarenlang motoren zijn onderhouden. Er moest heel veel gebeuren om het echt bewoonbaar te maken, maar we zijn ervoor gegaan.” Iedereen kende wel iemand en binnen korte tijd ontstond een golf aan activiteiten. Lokale loodgieters, stoffeerders en leveranciers toverden het gebouw in tien dagen om tot een gezonde en brandveilige woonomgeving.

Beneden staan caravans, waar de Oekraïense vrouwen met hun kinderen kunnen verblijven en op de bovenverdieping zijn allerlei slaapgelegenheden gecreëerd. Ook de toiletvoorzieningen en douches zijn uitgebreid. Er was maar één toilet op de begane grond; nu zijn het er negen. “Bedrijven hebben voor niets of lage tarieven ons geholpen. Vier wasmachines en veertien laptops hebben we cadeau gekregen. Alles wat je in het gebouw ziet, is geschonken.”

Deurloo heeft met anderen ook de ‘Stichting Vluchtelingen Woubrugge’ opgericht, om zo meer kans te maken op fondsen van subsidieverstrekkende organisaties. De Oekraïense vrouwen kunnen nu eindelijk weer tot rust komen; 24 uur per dag is er minimaal één vrijwilliger in het pand aanwezig om de mensen met raad en daad bij te staan. Deurloo: “We vinden dat er dag en nacht iemand moet zijn. Overdag is dat niet zo’n probleem, maar ’s avonds en ’s nachts wel. Zo’n zeventig mensen draaien mee met een rooster. Ze hebben instructies gekregen en weten wat te doen in paniekgevallen. De mensen zijn namelijk soms behoorlijk getraumatiseerd. De emotie zit heel erg onder het oppervlak. Dat merkten we, toen er op de brug vuurwerk werd afgestoken door jonge mensen, die een feestje hadden. Normaal haal je de schouders er over op, maar in het gebouw brak paniek uit. Wij konden uitleggen, dat dit vuurwerk feestelijk bedoeld was.”

Langs de buitenmuur staan lange rijen met kleding en allerlei producten; de vrouwen kunnen hier naar believen uitzoeken wat ze mooi vinden. De vrijwilligers laten ze hun gang gaan. Dat vrouwen en mannen uit de dorpen zich zó voor anderen inzetten, heeft nog een bijkomend effect, laat een vrijwilligster weten: “Het zorgt voor verbinding tussen ons. Dat is het mooie ervan. Voorheen kwam je elkaar tegen in het dorp en groette je elkaar. Maar nu leer je elkaar kennen. Dat is ook heel fijn.”

Het is de bedoeling, dat de vluchtelingen tijdelijk in het pand verblijven, maar sommigen pakken de draad in Nederland op en hebben al werk gevonden: bij plantenkwekers, in de tuinbouw en bij cateringbedrijven. De kinderen gaan drie dagen in de week naar school in Rijnsaterwoude. Daar is het georganiseerd, zodat vluchtelingenkinderen uit andere kernen van Kaag en Braassem daar centraal worden opgevangen.

Deurloo weet niet, hoe lang de inwoners van Woubrugge en Hoogmade voor de Oekraïense vluchtelingen blijven zorgen. “Zelf gaan we voorlopig uit van een half jaar. Niemand weet hoe lang die oorlogsellende duurt.”