Geen gezamenlijk handhavingsbureau

LISSE – Er komt geen gezamenlijk handhavingsbureau voor ondermeer milieutaken voor Hillegom en Lisse. De reden die burgemeester Corrie Langelaar hiervoor dinsdag 30 september gaf was dat Hillegom er geen personeel meer voor heeft.

In april 2007 is een bestuursopdracht opgesteld te onderzoeken in hoeverre handhaving gezamenlijk opgesteld kan worden. Dit blijkt dus niet te lukken. De burgemeester stelt nadrukkelijk: ‘Het heeft dus absoluut niet te maken met bijvoorbeeld moeizame communicatie, maar het heeft nu geen zin verdere stappen te ondernemen voor een handhavingsbureau. Dat wil echter niet zeggen dat we de handhaving niet verder gaan oppakken. Lisse gaat verder kijken hoe wij hiermee omgaan en Hillegom gaat het uitvoeren van de handhaving buiten de deur zoeken.

In een ambtelijk stuk staat geschreven: ‘Op 3 april 2007 besluiten de colleges van Hillegom en Lisse om samen verder te gaan met deze bestuursopdracht en een werkgroep heeft aan het bureau Van Naem en Partners opdracht verleend te adviseren over de mogelijke organisatievormen (en de voor- en nadelen daarvan) en tevens over de meest optimale vorm.’ Na een overleg tussen de burgemeesters en enkele wethouders van Hillegom en Lisse, hebben de verschillende gemeentelijke managementteams besloten om het concepteindrapport van de projectgroep niet aan de colleges van burgemeester en wethouders voor te leggen. Het ambtelijk stuk: ‘Op donderdag 24 april 2008 is er bestuurlijk overleg over dit onderwerp geweest met de betrokken portefeuillehouders. In dit overleg werd afgesproken om naast de onderzocht variant nog twee varianten te onderzoeken. Inmiddels is de personele situatie in Hillegom zodanig veranderd dat het op dit moment geen zin heeft om nog verder onderzoek te doen naar een gezamenlijke handhaving.’

De kosten voor het externe onderzoek naar mogelijk gezamenlijke handhaving bedroegen 11.669 euro. Dat is echter geen weggegooid geld, vindt Langelaar: ‘De gegevens uit het onderzoek zijn niet weg en we kunnen die gegevens wellicht gebruiken voor de verdere organisatie van dit onderwerp.’