Platform informeert Statenleden over belang bollengronden en weilanden

STREEK – Een bus vol met leden van Gedeputeerde Staten vertrok woensdag 16 september vanuit Museum Veldzicht naar de overige plaatsen in de Duin- en Bollenstreek. Op uitnodiging van het Platform Landschap Duin- en Bollenstreek wilden de statenleden met eigen ogen de cultuurhistorische waarde van dit gebied aanschouwen. De komende jaren gaan deze dames en heren namelijk bepalen welke graslanden of bollengronden opgeofferd kunnen worden voor de aanleg van huizen, infrastructuur of bedrijventerreinen.

Na een korte introductie van Marca Bultink over de historie van het gebied werden de statenleden gebracht naar Bronsgeest-Noord; een bouwlocatie op bollengrond. Vervolgens toog het gezelschap onder meer naar landgoed Oud-Leeuwenhorst, de Keukenhof, de aan te leggen golfbaan Tespelduyn en het grasland ten zuiden van de 2e Poellaan. De tour eindigde in het glastuinbouwgebied van Rijnsburg, om de uitbreiding van dat glasgebied in de Voorhoutse Elsgeesterpolder te bespreken.

Het platform, dat een jaar geleden is opgezet, bestaat uit een mengeling van cultuurhistorische organisaties en lokale politici. Willem de Jong van het Cultuur Historisch Genootschap informeert over het doel van de dag: ‘We willen de statenleden informeren over hoe het landschap, dat nu al zo geschaad is, verder bespaard kan blijven.’ Een van de aanwezige politici, Cees Verburg (fractievoorzitter D66-Lisse), liet weten: ‘Ik heb de statenleden geïnformeerd over de toekomstige ontwikkelingen rondom het Landgoed en de Bloemententoonstelling Keukenhof. Ik heb de vraag gesteld in hoeverre het verantwoord is om 12 hectare hoogwaardige bollengrond op te offeren voor een nieuw parkeerterrein met tegelijkertijd een nieuwe entree aan de oostkant van het bloemenpark. Het bestuur heeft verder haar oog laten vallen op de waardevolle cultuurhistorische graslanden ten zuiden van de 2e Poellaan. Dit stuit, mijns inziens terecht, van verschillende kanten op grote bezwaren.’

Maaike Breure, ontwerpster van het Ommetje Poelpolder, informeerde de statenleden middels een factsheet dan ook nog eens over de cultuurhistorische waarde van dat gebied. Aan het eind van de dag togen de statenleden huiswaarts, met hun hoofd vol cultuurhistorische kennis.