“Die bom moet uit mijn lichaam”
LISSE – De politiek heeft wellicht het leven gered van Cees Horsman. Als directeur van het bedrijf Horsman & Co. was hij tot 1999 uiterst succesvol, maar na zijn vervroegde uittreding sloeg het noodlot toe. Eerst werd darmkanker bij hem geconstateerd, waarna hij in een depressie belandde die maar liefst vier jaar duurde. Daartussendoor kwam nog een gevalletje van prostaatkanker, waar hij ook helemaal geen rekening mee had gehouden dat hem dit moest overkomen. En dat nog wel binnen drie maanden na zijn “pensionering”. “Hoe krijg je het voor elkaar om een half jaar lang helemaal niets te doen?”
Door Joep Derksen
Als oudste van tien kinderen werd Horsman door zijn ouders regelmatig op zijn verantwoordelijkheden gewezen: “Jij bent de oudste, dus jij moet het goede voorbeeld geven”, zo luidde het credo. “Ik heb altijd de pest aan die zin gehad, want bij mij werkte het juist het omgekeerde.” Een studiebol was Horsman zeker niet. Op zijn zestiende ging hij in de bouw werken bij zijn vader in de zaak. Het werd geen succes: “Dat was pokkenwerk, want ik kreeg er vieze vingers van. Tussen de activiteiten door ging ik steeds mijn handen wassen.” Na enige tijd stapte Horsman over naar een bouwmaterialenhandel, waar hij tot zijn diensttijd werkzaam bleef.
Nadat Cees zijn dienstplicht vervuld had, kon hij nog altijd geen keuze maken over het beroep wat hij wilde vervullen, dus zijn vader haalde hem weer naar de zaak. “Hij vond blijkbaar dat ik het werk wel aankon. Ik vertelde hem voordat ik in de zaak ging werken, dat ik het een jaar wilde proberen. Het was een verschrikkelijk jaar, maar ik kon het niet opbrengen om ‘Nee” tegen mijn vader te zeggen. Dat zou ik laf gevonden hebben. Nadat ik zes jaar in het bedrijf werkzaam was, overleed mijn vader op z’n 56ste. Toen dat gebeurde dacht ik: ‘Hoe moet ik het bedrijf in vredesnaam voortzetten?’ Maar na een jaar realiseerde ik me dat de situatie zich goed ontwikkeld had. Ik miste mijn vader enorm, maar uiteindelijk was ik blij dat ik de zaak kon overnemen.”
Kanker
Onder de leiding van Horsman groeide de onderneming uit van een klein bouwbedrijf met als voornaamste werken, onderhoud, klein nieuwbouwwerken en verbouwingen, naar een volwaardige bouwbedrijf en projectontwikkeling. Zijn vader had door het op jonge leeftijd overlijden nooit de kans gehad om echt van het leven te kunnen genieten. Horsman: “Een van mijn broers is op z’n 44ste aan kanker overleden en ook mijn vader is doodgegaan aan die ziekte. Ik dacht indertijd: ‘Als ik die gevaarlijke leeftijd van 56 jaar maar gehaald heb, zal ik die ziekte niet meer krijgen.’ Op m’n 60ste ging ik op 1 februari 1999 in de VUT.”
Het grote genieten kon beginnen, zo meende Horsman, maar niets was minder waar. Ik had gigantische pijn in mijn buik en in april werd bij mij darmkanker geconstateerd. De arts wilde mij op een wachtlijst plaatsen om geopereerd te worden, maar daar kon ik niet op wachten, want die bom moest uit mijn lichaam! Het hielp, want drie dagen later werd ik geopereerd. Nadat de bestraling in december van dat jaar afgerond was, liet Horsman ook een ijzeren plaat in zijn rug zetten, omdat hij niet meer kon lopen vanwege zijn doorgezakte ruggenwervels. Pas op dat moment besefte Horsman wat de VUT eigenlijk inhoudt: de vaste werktijden zijn er niet meer, het regelmatige leven is verdwenen.
Stilzitten
Horsman: “Ik heb nooit stil kunnen zitten. Hoe leer je om niets te doen; hoe krijg je dat in vredesnaam voor elkaar? Ik kan niet de hele dag postzegels plakken of sigarenbandjes verzamelen. Mijn depressie begon toen; ik zag het niet meer zitten en voelde of ik levend begraven was. Ik zag geen licht meer aan het eind van de tunnel; het was vreselijk. Tijdens die depressie, die vier jaar duurde, wist ik niet meer wat ik kon doen. Ik was zelfs suicidaal. De gevoelens die ik had, wens ik zelfs iemand als Hitler niet toe.
Mijn vrouw leefde in angst dat ik zelfmoord zou plegen, zo dacht ik, maar zij was ervan overtuigd dat ik eruit zou komen. Maar zelfmoord plegen door bijvoorbeeld voor de trein te springen of in het water springen zou ik laf vinden en daar ben ik gelukkig voor bespaard gebleven. Opgeven zou ik laf vinden.
Hij zucht even diep: “Zo’n periode van depressie is voor je partner nog tien keer erger, want wat ze ook doet of zegt; het helpt geen zier. Ze krijgt alleen maar negatieve reacties. In die tijd kon ik positieve mensen wel overhoop schieten, want ik wist niet beter dan dat die depressie nooit over zou gaan. Ik gebruik nu nog altijd medicijnen en zal daar mijn leven lang mee doorgaan. Als ik dat niet doe, komt die depressie weer terug.”
Kracht
Van jongs af was Horsman gelovig en nu is hij het nog steeds. Heeft hij kracht gevonden in zijn geloof in die moeilijke tijd? “Nee. Mensen zeiden tegen me: Cees, je moet psalmen lezen. Daar had ik niets aan, want die psalmen hadden allemaal een happy end, met uitzondering van psalm 88. Dat werd direct mijn favoriete psalm. De reden dat ik nog steeds gelovig ben, is mijn gereformeerde nuchterheid. Ik ben ervan overtuigd dat alles wat in de wereld gebeurd, iedereen kan treffen. Mij dus ook.”
Het keerpunt van de depressie was in juni 2004 tijdens een vergadering van het CDA in Lisse. Daar presenteerden de bekende Lissers Wil Veldhoven en Fred Broersen
de plannen voor het dorpscentrum, met hun visie over wat er met de CNB en Hobaho-locaties zou kunnen gebeuren. Het plan zag er goed uit, want het hart van Lisse zou plat gaan. Het was voor mij de aanleiding om met een alternatief plan voor het Raadhuisplein te komen.
Die vergadering is mijn drive geworden om weer te willen leven en me in te zetten voor Lisse. Deze passie voor de belangen van Lisse zal altijd blijven bestaan. De inwoners hebben het meeste belang dat Lisse een prachtig dorp blijft. De vlam is tijdens die vergadering gekomen en zal nooit meer weggaan.”
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home