Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 70 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

08 oktober 2010

Familie voor carrière

NOORDWIJK – “Wat kom jij doen op de studie Medicijnen?” Deze ogenschijnlijk eenvoudige vraag zorgde ervoor dat het leven van Johan van der Plas een totaal andere wending nam, dan hij ooit had kunnen bedenken. Hij werd geen praktiserend arts, maar zijn levenspad leidde hem naar een carrière als beroeps marineofficier, leraar, conrector en bestuurder. Maar als het erop aan komt, kiest hij onvoorwaardelijk voor zijn vrouw en kinderen. “Ik wil dat wat ik zeg, geen holle frasen zijn, maar ideeën die tot uitvoering worden gebracht.”

Door Joep Derksen

Na zijn middelbare schooltijd was Van der Plas een van de gelukkigen die was ingeloot bij de studie Medicijnen. Voordat hij definitief besloot om deze studie te volgen, had hij een tête-à-tête met de vader van een vriendin van hem, die docent was aan deze opleiding. De man stelde Van der Plas slechts één vraag: “Wat kom je hier doen?” Van der Plas: “Ik had geen antwoord op deze wezenlijke vraag. Niet tijdens dat gesprek en ook niet nadat ik er over na had kunnen denken. Ik vond dat ik antwoord op deze vraag moest kunnen geven; dat ik moest weten wat ik aan de studie ging toevoegen. Iets kunnen toevoegen is voor mij telkens een wezenlijke vraag: alleen dan zit ik op de juiste plek. Aangezien ik dat niet bij de studie Medicijnen doen kon, heb ik deze opleiding niet gedaan.”

Net als vele generaties Katwijkers voor hem, koos Van der Plas het ruime sop: hij was tien jaar lang beroeps marineofficier. En niet zonder succes, al wil hij het resultaat zoveel mogelijk bagatelliseren: “Qua carrière ging het best wel goed. Ik reisde negen maanden per jaar, was jong en ambitieus en had een bepaalde insteek in mijn werk. Nu ben ik nog steeds gedreven, maar geef uiting aan die gedrevenheid zonder dat andere mensen daar last van hebben.” In 1991 kreeg zijn vrouw de eerste dochter en Van der Plas was de eerste officier van de marine die ouderschapsverlof aanvroeg. Voor de marineleiding was dit een schokkende ervaring. “Het gaf nogal wat commotie. Mij werd gevraagd of dit verzoek wel goed voor me was.” Ik bleef bij mijn verzoek en uiteindelijk zijn we tot een oplossing gekomen waar iedereen vrede mee had. Ik werd als officier geplaatst op een schip dat vier maanden in onderhoud ging. Ik bleef dus van 9 tot 5 op dat schip werken, maar was niet maanden van huis.”

Opvoeden

Twee jaar later werd Van der Plas’ tweede dochter geboren; het moment dat hij een radicale keuze maakte. “Ik wilde betrokken zijn bij het opvoeden van mijn kinderen en niet meer negen maanden per jaar weg van huis zijn. Ik vond en vind mijn gezin heel belangrijk; mijn dochters hebben mijn aandacht nodig. Daarom besloot ik te stoppen met mijn toenmalige beroep. De laatste drie jaar had ik wiskunde gestudeerd en was eerstegraads wiskundedocent, dus ben ik een maand voltijds voor de klas gaan staan op de Rijnsburgse Mavo (het huidige Visser ’t Hooft). Al vanaf de eerste dag wist ik dat dit de kant was die ik op wilde. Wanneer je in het onderwijs begint, moet je leren omgaan met de leerlingen. Ik kende dat al van de marine, want in die tijd mochten 16-jarige jongens al aanmonsteren.”

“Voor mij was die stap naar het onderwijs met de jongeren niet heel groot. Je bouwt aan hun ontwikkeling. Na de maand die ik voor mezelf als proef had opgenomen, ben ik gaan solliciteren en kwam ik als wiskundeleraar op het Northgo College terecht. Wiskunde is een prachtig vak; het gaat hierbij om ordenen, deduceren en analyseren. Het is heel belangrijk dat je kunt ordenen in je leven. De kinderen van nu zitten anders in elkaar dan de jeugd van twintig jaar geleden. “Het kind is niet dommer of slimmer dan vroeger, maar in de complexiteit van de huidige maatschappij krijgen ze meer prikkels uit de maatschappij. Twee decades geleden waren er nog bijna geen pc’s en nu komt een enorme hoeveelheid aan informatie op de kinderen af.”

Kritiek

Het zogeheten “nieuwe leren” is veel aan kritiek onderhevig. Deze denkwijze gaat ervan uit, dat de pubers veel beter leren als ze hier vrijer in worden gelaten. Zo simpel zit de praktijk niet in elkaar, aldus Van der Plas: “We zijn niet tegen zelfstandigheid, maar je moet de kinderen begeleiden om hen te leren zelfredzaam te zijn. Zelfstandigheid is niet hetzelfde als dat je alles zelf moet doen.” Van der Plas heeft schoolgaande kinderen, dus zijn drie dochters volgen onderwijs aan het Northgo College? “Ze zitten bewust niet hier. Mijn kinderen moeten gewoon kunnen puberen en op een school waar hun pappie als conrector werkzaam was, kon dat niet. Ze zouden zich dan wellicht bij mij moeten melden, zodat ik maatregelen zou nemen.”
Van docent is Van der Plas “doorgegroeid” via het beroep van conrector naar bestuurder/rector. Voelt hij zichzelf een docent of bestuurder? “Ik wil energie steken in mensen en stel niet a-priori mijn eigen carrièreontwikkeling voorop. Ik wil dat wat ik zeg geen holle frasen zijn, maar ideeën die tot uitvoering worden gebracht. Ik was vijf jaar voltijd wiskundedocent en tevens lid van de medezeggenschapsraad en voorzitter van de lerarenraad. Als officier word je opgeleid voor het management, dus toen de schoolleider in de jaren ’90 een opfrisverlof (een soort sabbatical) opnam van vier maanden, was ik de vervanger. Dat beviel me en, belangrijker nog, ook de mensen met wie ik samenwerkte. Alleen als het goed gaat met de mensen, gaat het ook goed met mij. We hebben hier 120 werknemers en 80 docenten: zij moeten dag in, dag uit iedere minuut scherp zijn. Ik kan het me nog wel eens veroorloven om te ontspannen en tijd voor mezelf te scheppen. Zij niet. Met het dreigende docententekort wil ik dat hier een omgeving gecreëerd wordt, met faciliteiten, veel ruimte en goede werkvoorzieningen. Alleen zo is het voor de mensen goed om hier te werken en willen ze hier komen werken.”