Hoe is het toch met…?
De 82-jarige ‘protestantse Groninger’ was als militair actief in Indië. Daar werkte hij voor de inlichtingendienst en regelde hij het uitzenden en ontvangen van spionnen (red: informanten). Het was een geweldige tijd waar Rubingh ondanks de honderden nachten die hij onder een warmvochtige klamboe moest doorbrengen, nog altijd met veel plezier aan terug denkt. Hierna heeft Rubingh nog maar één werkgever gehad, Esso, waarvoor hij tussen 1953 en 1986 werkzaam was. In zijn vrije tijd was Rubingh twee keer Prins Carnaval in Son en Breugel (1965 en 1966) en behaalde hij vele bekers in de autosport, waaronder als navigator het Nederlands kampioenschap Klasse-A.
In de jaren ’70 was Rubingh medeoprichter van de Lions Club Noordwijk en bestuurslid van de Noordwijkse hockeyclub. Ook was hij medeoprichter van het Noordwijk Space Expo bij Estec. Het was zijn vriendschap met politicus Leen Korbee dat Rubingh deed besluiten de politiek in te gaan. Tussen 1974 en 1986 was hij raadslid voor de VVD, en de laatste acht jaar hiervan ook fractievoorzitter. ‘Hoogtepunten uit die tijd waren de ontwikkeling van de Parallelboulevard, de herinrichting van de Wilhelminaboulevard en het bouwplan Grashoek’, herinnert Rubingh zich.
In 1978 werd hij verkozen tot fractievoorzitter en hij deed dit met veel plezier, tot hij ‘met bepaalde fractieleden problemen kreeg. Ik werd ervan beschuldigd dat ik zaken buiten de fractie om regelde. Met name één fractielid ging buiten het fractiebeleid om functioneren. Ik voelde me hierdoor in de steek gelaten en ben uit de VVD getreden.’ Hij nam politieke wraak door samen met Ton van Rijnberk, destijds solitair D66-raadslid, Noordwijks Belang op te richten. Bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen kreeg deze partij drie zetels en verloor de VVD hetzelfde aantal zetels. ‘Dat heb ik altijd als triomf ervaren’, lacht Rubingh en vervolgt: ‘Uit die affaire heb ik wel geleerd dat ik mensen niet mijn wil moet opleggen en wat bescheidener moest optreden’.
Sinds die tijd is Rubingh actief gebleven, onder meer als voorzitter van de Raad van Toezicht op Natuurlijk Noordwijk. Ook was hij jarenlang voorzitter van de veteranenvereniging VOMI, afdeling Zuid Holland-Noord. ‘Jarenlang was er geen aandacht voor de Indiëveteranen, maar daar is sinds de oprichting van het veteraneninstituut en de veteranendag verandering in gekomen. Nog altijd volg ik de jongens en meisjes in Afghanistan met bijzondere interesse.’
De afgelopen vijf jaar heeft Rubingh het rustiger aan moeten doen: ‘In mijn hart ben ik 25, maar mijn lichaam is dat niet meer en dat is heel vervelend. Zo moest ik afzeggen voor een feest van mijn schoondochter, omdat ik dat ’s avonds niet kan volhouden. Dat vind ik heel erg.’ De Noordwijker blijft echter onder de mensen: ‘Elke morgen drink ik koffie in mijn stamcafé en bespreek daar zaken met andere mensen. Die gesprekken zijn voor mij de reden om naar buiten te gaan en dat moet ook, want anders sterf je af.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home