Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 70 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.800, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

04 januari 2012

‘Brandstichting is een van de voornaamste oorzaken van brand’

LISSE – Dankzij de inzet van de vele korpsvrijwilligers, was 2011 een goed jaar voor de brandweer. Henri Verheggen, clustercommandant is vol lof over alles wat de mannen en vrouwen hebben bereikt. Op de momenten dat het moest, zoals bij het uitbreken van een grote brand, stonden de vrijwilligers paraat en werd er kordaat opgetreden.

Dit jaar ging de brandweer in de regio op in één grote regionale organisatie, waarbij circa 1.600 mensen werkzaam zijn. Hieronder vallen 1.200 vrijwillige brandweerlieden. Om een dergelijke organisatie van de grond af op te bouwen, is geen sinecure, informeert Verheggen: ‘We hadden hier geen ervaring mee en het was spannend hoe het uit zou pakken. Het is echter fantastisch gegaan. Dit jaar waren er veel grote branden in Lisse; vijf maar liefst en op die momenten moet het gaan zoals je het met elkaar hebt bedacht. Dat gebeurde ook en dat succes komt vooral op het conto van de mannen en vrouwen op de post die met elkaar het verschil maken.’

Enkele jaren geleden was de communicatie tussen de leiding en de brandweerlui op de werkvloer een groot probleem. Op dat vlak blijft het management inzetten, zo laat Verheggen weten. Communicatie is altijd een item wat je op kunt verbeteren. De post heeft zich heel goed herpakt na de problematiek van een paar jaar terug. Het is een hechte groep geworden die klaar is voor de toekomst.’

Wat zijn de tendensen op het brandweergebied? ‘We zetten steeds meer in op zelfredzaamheid; mensen moeten bijvoorbeeld zelf de rookmelders hebben. In de praktijk gebeurt dat ook en dat maakt voor de veiligheid een belangrijk verschil. Je ziet ook een stuk verzakelijking van de brandweer. We eisen steeds meer van onze mensen qua opleiding en oefening. Ook werkt het de andere kant op: mensen vinden het prima om meer te oefenen en nieuwe opleidingen te volgen, maar willen daar voor betaald worden.’

Overigens is de vrijwilligersvergoeding geen vetpot: een kleine jaarvergoeding en een vergoeding per uitrukuur moeten de ongemakken voor het bij nacht en ontij uit bed geroepen worden enigszins vergoelijken. De echte brandweerman/vrouw doet het echter niet om het geld, zo weet Verheggen: ‘Je moet het leuk vinden en gegrepen worden door het brandvirus.’

Dit jaar zijn er meer dan honderd uitrukken geweest; in brandweertermen heet dat ‘een gemiddeld jaar’. Wel is Lisse ruim bedeeld geweest met grote branden: vijf in totaal. ‘Hier was niet altijd sprake van brandstichting maar soms wel. Een van de grootste oorzaken van brand is wel brandstichting. Kijk maar naar het gebouw van de scouting: zo’n gebouwtje gaat niet vanzelf branden.’

Voor de komende jaren ligt de uitdaging in het vinden van nieuwe vrijwilligers. ‘Met name voor overdag, omdat veel mensen buiten het dorp werken. Dan wordt de spoeling bij een oproep onder werktijd nogal eens dun.’ Verheggen heeft vertrouwen in ‘zijn’ team: ‘Het is fantastisch om te zien hoe de vrijwilligers hun schouders eronder zetten. Zij hebben het bedrijf door laten draaien zodat de brandveiligheid nooit in het geding is geweest. Als er iets niet werkte, hadden zij het geduld om te wachten tot het wel goed georganiseerd was.’

Binnenkort maakt Verheggen voor het eerst kennis met de nieuwe burgemeester Lies Spruit. ‘Op het moment dat er een korpsavond is, is het wel de bedoeling dat ze komt. Ze wordt ook op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij de brandweer en bijgepraat door de ontwikkeling. Ze blijft namelijk in de zijlijn verantwoordelijk voor de veiligheid van haar gemeente. En bij het lief en leed blijft ze betrokken.’