NOORDWIJK
– Het nieuwe college van burgemeester en wethouders is in mei begonnen en
daarom verschijnt in het Witte Weekblad een nieuwe serie waarin alle vijf de
wethouders geïntroduceerd worden. Wie zijn deze mensen die ons dorp de
komende vier jaren besturen en wat drijft hen om het beste voor Noordwijk te
willen doen? In deel vier van deze reeks vertelt
wethouder Pieter-Jan Barnhoorn (D66) over zijn passie voor het
wethouderschap.
De familie Barnhoorn heeft
verschillende takken in het dorp wonen en iedere tak heeft z’n eigen bijnaam,
zodat buitenstaanders weten van welke familietak je bent. Pieter-Jan Barnhoorn
(61) is een ‘Pauwtje’; zijn opa, een bollenboer en melkventer, heette namelijk
Paul. Barnhoorn is een geboren en getogen Zeeër, maar woont al ruim twintig
jaar met veel plezier in Binnen. Als kind groeide Barnhoorn op in een
ondernemersgezin en al op jonge leeftijd ging hij zijn vader helpen met de
(rijdende) melkzaak. ‘Ik ging met mijn vader de wijk in en langs hotels om de
klanten te bedienen met wat ze nodig hadden.’
Op z’n vijftiende wist
Barnhoorn zeker dat hij niet de zaak in wilde. Hij ontdekte zijn ware passie
als vakantiehulp op de Willem van den Bergh: ‘Ik vond het mooi en dankbaar werk
om het leven plezierig te maken van de mensen die daar verbleven. Ik heb me via
het HBO geschoold als begeleider van mensen met een beperking. Op z’n 26ste
werd hij bemiddelingsconsult op het Sociaal Pedagogisch Centrum in Amsterdam:
acht jaar lang genoot hij intens van zijn werk, maar ook zeker de stad zelf.
‘Het cosmopolitische van de stad trok me aan.’
In 1990 werd Barnhoorn voor
Noordwijks Belang wethouder, waarbij hij zich bezig hield met zaken als
toerisme, strand en woonruimteverdeling. Hij kijkt met veel plezier terug op
die tijd: ‘Toentertijd namen wij als gemeente als eerste de exploitatie van het
strand ter hand. Sinds die tijd is er alleen maar verbetering in gekomen.’ Nu
is het cirkeltje rond, want het werk dat hij indertijd opstartte kan Barnhoorn
de komende vier jaren vervolmaken. ‘Het is heel fijn dat ik me nu weer met
economische zaken, strand, toerisme, space en onderwijs kan bezig houden. Een
aantal zaken moeten we verbeteren, bijvoorbeeld door op één plek op het strand de seizoenspaviljoens wat
verder uit elkaar te leggen. Dat zorgt voor een betere beleving en kwaliteit van
het strand. Ook gaan we zorgen voor meer – onbetaalde - fietsenstallingen. En
ik hoop dat de gemeente samen met ondernemend Noordwijk toch een aantal braakliggende
locaties als de Maarten Kruyt, het Jan Kroonsplein en de Hotels van Oranje van
de grond kan tillen.’
Is het niet een beetje
zelfkastijding om weer wethouder te worden? Ik realiseer me heel goed dat men
altijd kritiek heeft op jouw beleid en plannen. Ik heb geen olifantenhuid, maar
ik realiseer me nu wel veel meer dan twintig jaar geleden, dat het onderdeel is
van de politiek. Daar moet je goed tegen kunnen en dat kan ik.’
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home