Dorp is paradijs voor inbrekers

JOEP DERKSEN

LISSE – Dit is één van de artikelen die u dit jaar gelezen móet hebben. Ons dorp is namelijk een paradijs voor dieven en inbrekers. Op een doordeweekse dag staan fietsen onbewaakt voor het grijpen, kan elektrische apparatuur uit schuurtjes meegenomen worden of kunnen inbrekers via onafgesloten achterdeuren naar binnen. Bij veel van de honderd aanwezigen in de Lisbloemschool (Orion 2) tijdens de avond over veiligheid vielen dinsdag 27 januari de schellen van de ogen.

Eerder die dag had ex-inbreker Evert Jansen rondjes gelopen in de wijk. Een onbekende, lichtgetinte, man die zoekend rondwandelde door alle straatjes en steegjes, terwijl hij voor- en achterdeuren probeerde te openen. Het zou tot een tsunami aan telefoontjes moeten leiden. Maar de politie ontving geen enkel bericht uit deze wijk.

De toehoorders werden getracteerd op een fotoserie; als de ex-inbreker had gewild, was hij met een busje vol fietsen, gereedschapskisten, laptops en andere waardevolle spullen naar zijn huis in Groningen gegaan. Ladders en afvalbakken stonden overal voor het grijpen; ideaal om bij een openstaand raampje te komen en naar binnen te gaan. Jansen: ‘Ik kan mijn spullen in de kliko stoppen. Niemand belt dan de politie, “omdat het maar een kliko is”.’

Bij ieder schuurtje dat niet afgesloten was, ging Jansen naar binnen en haalde daar de sleutels uit de fietsen, om die vervolgens weer door de voordeur naar binnen te gooien. Zo vond hij ook een autosleutel; met alle gemak had Jansen die auto direct mee kunnen nemen. Een andere omwonende had haar huissleutel in het schuurtje gelegd; Jansen was zo goed om die sleutel weer aan haar man te overhandigen.

Wie het is overkomen, weet hoe overweldigend de gevoelens zijn, nadat je er achter komt dat iemand zonder jouw medeweten in je huis is geweest en daar proletarisch is gaan winkelen. Veel diefstallen kunnen echter voorkomen worden. Bijvoorbeeld door altijd de deuren en ramen dicht te doen, wanneer je naar buiten gaat. Ook – en juist – wanneer je de kinderen van school haalt; inbrekers weten ook wanneer de scholen uitgaan en binnen vijf minuten zijn alle waardevolle spullen het huis uit.

Jansen: ‘Als buurt kun je ook heel veel doen om toekomstige inbraken te voorkomen. Als mensen laten zien dat ze bang zijn, dan blijven inbrekers komen. Maar als je contact maakt en vragen stelt, dan gaan ze weg.’ Hij vervolgde: ‘De mensen hier doen de deur niet op slot, maar alleen maar op het haakje. Zo daag je een inbreker uit om het te forceren. Mensen laten de sleutel in de deur hangen. Ik kan met een ijzerdraadje de sleutel omdraaien. Een man in een hoekwoning wist niet dat ik foto’s heb gemaakt in zijn woonkamer.’ Jansen toont nog een foto van een voordeur met daarnaast een stopcontact in de muur: ‘Zo maak je het wel erg gemakkelijk om met een elektrische boor het slot uit de deur te halen. Het is net of jullie de inbrekers willen helpen!’

Buurtalertheid en lichtsensoren zijn de beste middelen om woninginbraken tegen te gaan. Wijkagent Hendrik van Rijn riep daarom iedereen op om zich aan te melden voor Burgernet. Burgemeester Lies Spruit constateerde: ‘Volgens mij hebben we allemaal een beetje het schaamrood op de kaken. Het is niet de bedoeling om u bang te maken, maar op een goede manier kritisch te kijken naar uw eigen handelen. Ik hoop dat iedereen hier een les uit trekt.’