Dé lokale en regionale nieuwssite

Als journalist schrijf ik over actuele zaken. Ook zijn ruim 80 boeken van mij gepubliceerd. Deze blog heeft al miljoenen bezoekers verwelkomd. Hier vindt u alle, ruim 26.900, gepubliceerde artikelen, verschenen in landelijke, regionale en lokale dag- en weekbladen en magazines. Mocht u onderwerpen aan de kaak willen stellen, neemt u dan contact met mij op: info@writing4u.nl. Foto's kunnen, tegen vergoeding, besteld worden via dit emailadres.

20 oktober 2015

'Geen lijken meer in de kast'

JOEP DERKSEN

OEGSTGEEST – Wethouder voor Financiën, Marien den Boer (CDA), is er nog steeds van overtuigd dat de netto schuldquote daalt naar maximaal 110% in 2019. Volgend jaar moet de gemeentelijke schuld al gedaald zijn van 83 miljoen euro naar 75 miljoen euro. Al houdt hij wel een slag om de arm: 'De inkomsten uit het gemeentefonds fluctueren enorm'.

De begroting voor volgend jaar kan de wethouder met zwarte cijfers afsluiten; mede dankzij een gunstige septembercirculaire waarin de rijksoverheid bekend maakte, dat Oegstgeest extra geld krijgt. Wat de wethouder betreft moet al het restgeld gestort worden in de algemene reserve. Maar tegelijkertijd schuift het college al wel 25.000 euro door voor het potje 'Duurzaamheid' en 60.000 euro om maatregelen te nemen voor de invoering van de zogeheten 'Omgevingswet'.

Burgemeester Jan Waaijer is een blij man: 'We beheersen de financiën. Er zijn geen onzekerheden meer en geen lijken in de kast.' Toch zit de gemeente nog met een huizenhoog probleem. Mocht de gemeente de komende jaren de schuld met 35 miljoen euro kunnen verminderen door huizenverkoop in Nieuw Rhijngeest, dan nog blijft er een schuld van een slordige 60 miljoen euro over.

Maar het college wil geen voorstel doen om de lasten van de inwoners te verhogen, terwijl hier volgens de Rekenkamercommissie wél ruimte voor is. Liever neemt het college meer tijd om de schulden weg te werken. Den Boer noemt het afbouwen van de schulden vóór 2021 'niet realistisch. Keuzes moeten worden gemaakt in investeringen en toekomstige investeringen, zoals de Leo Kannerschool.'