“Een week zonder doodsbedreiging is een week niet geleefd”
Schrijver Tommy Wieringa bezoekt Rijnsaterwoude
Dankzij de volharding van Gré Eikelenboom-Knook is het
eindelijk gelukt om schrijver Tommy Wieringa naar het Schoolhuis in
Rijnsaterwoude te halen. Mede dankzij het mooie vraaggesprek tussen animator
Pieter Barnhoorn en Wieringa werd het voor alle aanwezigen een avond om nooit
te vergeten.
Wieringa is schrijver van boeken als: ‘Joe Speedboat’, ‘De
heilige Rita’, ‘Totdat het voorbij is’,
‘Dit zijn de namen’ en ‘Ga niet naar zee’. Ook was hij tot voor kort columnist
voor het NRC en schrijft hij korte verhalen. “Je hoeft helemaal niet zo slim te
zijn om te schrijven. Je moet een goed idee hebben en je heel erg uitsloven. Er
zijn meer schrijvers dan genieën. Maar het helpt wel, als je een schrijvend
genie bent.”
Wieringa’s grote literaire voorbeeld is Gerrit Komrij: “Als
puberjongen las ik Komrij: hij was zo genadeloos en ongelooflijk grappig over
politici en kunstenaars. Jarenlang ben ik tegengehouden door de kracht van
columnisten als Komrij; wellicht zou hij ook zo kritisch over mij schrijven. Ik
vreesde de hoon van dit soort mensen. Als het zo heel erg grappig is, moet het
wel waar zijn.” Toch trok Wieringa de stoute schoenen aan en begon hij een
carriere als schrijver: “Het begint met een beetje overmoed en dan durf je het
manuscript naar een uitgever te sturen. Na publicatie en als de reacties niet
goed zijn, moet je jouw geschonden ego weer een beetje bij elkaar rapen.
Doorzettingsvermogen maakt dat het lukt, maar je moet wel jouw gebreken onder
ogen kunnen zien.” Zijn grootste boeksucces tot nu toe is ‘Joe Speedboot’, dat
hij – zo onthulde Wieringa – volledig met pen en papier had uitgeschreven. “Het
was een vorm van disciplinering, die ik nodig had.”
Toen Wieringa begon als columnist bij de NRC, stelde de
hoofdredacteur bij de eerste ontmoeting: ‘Niet iedereen bij de krant is fan van
jou’. Wieringa: “Ik heb liever dat men zegt, dat ze me enorm waarderen. Ik word
enorm gestimuleerd door een positieve instelling. Dat maakt me niet minder
kritisch. Ik ben zelf mijn grootste criticaster.” De columns leidden regelmatig
tot negatieve reacties. Wieringa doet daar laconiek over. “Een week zonder
doodsbedreiging is een week niet geleefd.”
Als kind probeerde Wieringa door te lezen te ontsnappen aan
de werkelijkheid. “Ik stam uit een wat roerig milieu, met een niet geheel
betrouwbare moeder. Ik heb lang gedacht, dat geschiedenissen en familieverdriet
zich zo letterlijk herhaalt, dat ik er beter niet aan kon beginnen. Ik
vertrouwde mezelf niet. Maar een psychiater stelde, nadat hij naar mijn
gejeremineer had geluisterd: ‘Wieringa, u bent uw moeder niet!’ Daar had hij
helemaal gelijk in; ik heb zelf ook iets over mijn leven te zeggen.”
Wieringa houdt van mooie kleding, zo merkte Barnhoorn op. De
auteur beaamt dat: “Eigenlijk hoor je er als schrijver ongezond, verlept en
sigarettenrokend uit te zien. Ik was het liefst als meisje ter wereld gekomen,
dan had ik me zes keer per dag verkleed. Ik leef uit de verkleedkist, terwijl
de Nederlandse man qua kleding middenklassers zijn. Je beweegt je als
paradijsvogel temidden van middenklassers. Excentriciteit is iets fantastisch.
Het geeft mij een zeker plezier als ik iets draag, dat zeer goed gemaakt is.”
Hij geeft toe: “Maar die kleren en mijn laarzen van beverbont zijn ook een
soort compensatie voor mijn gebrek aan haar.”
Wieringa over de kracht van literatuur: “Je geeft iemand een
boek, waarin een paar gegevens staan, maar door jouw eigen krachtige processor,
de hersenen, komt alles tot leven. De romanschrijver verbindt alle mensen. Mijn
angst is, dat ik het schrijftalent ooit kwijt raak, vanwege verlies van
levenslust, oorspronkelijkheid of de lust om te vertellen. Literatuur is een
waanzinnige introductie in de werkelijkheid. Het verbind je met mensen waaraan
je niet de geringste verbinding hebt. Ik was als kind een boerenjongen in
Twente en kon me verbinden met een zwarte jongen in New York.”
Het volgende boek, dat Wieringa publiceert, verschijnt in
2023. Nu heeft het nog de werktitel ‘Nirvana’. Inderdaad; net als de rockband.
Maar ook, zo vertelde een toehoorder, blijkt er een fokstier te zijn met
diezelfde naam. “Dat is toch wel mooi, dat de titel van jouw boek verwijst naar
een fokstier!” lachte Wieringa. En zo kan het zijn, dat de definitieve
titelkeuze voor Wieringa’s volgende boek in Rijnsaterwoude is bepaald.